Wetenschapsfilosofie

Eurocentrisme Quiz
Je kan rechts onderin op de knop verder drukken (pijltje naar rechts), hierna krijg je de vragen.
Gemaakt door:
Jesse van Dalen
Tom van Leeuwen
Alexander Mearadji
Johnny Wang

1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Eurocentrisme Quiz
Je kan rechts onderin op de knop verder drukken (pijltje naar rechts), hierna krijg je de vragen.
Gemaakt door:
Jesse van Dalen
Tom van Leeuwen
Alexander Mearadji
Johnny Wang

Slide 1 - Slide

1. Wat doen anti-Eurocentristen over het algemeen als ze de term eurocentrisme gebruiken?
A
- Ze beweren dat de term eurocentrisme niet klopt doordat de eerste moderne mensen uit Afrika komen i.p.v. uit Europa en daarom dat er eigenlijk vanuit Afrikaans perspectief moeten kijken volgens hen.
B
- Ze maken geen verschil tussen de ideologie (dat het westen er alleen toedoet) en de macht van de Europese landen bij het einde van de 19e eeuw en begin 20e eeuw die ze toen hadden.
C
- Ze proberen eurocentrisme als racistisch te bestempelen door te zeggen dat de Europese blik alleen Europa als belangrijk noemt en dat hoe er gedacht wordt over de rest op niks is gebaseerd.
D
- Iets anders

Slide 2 - Quiz

2. Wat betekent volgens Immanuel Wallerstein anti-Eurocentrisch Eurocentrisme?
A
- Dat de Europeanen anderen kopieerden met wat die deden en vervolgens de anderen ging onderbreken.
B
- Een nieuwe stroming die altijd probeerde vanuit het oogpunt van niet Europese landen te kijken.
C
- Een beweging die probeerde het Eurocentrisme te ondermijnen door eisen te stellen dat er een minimum aantal onderzoekers uit niet-Europa moesten zijn afgestudeerd.
D
- Iets anders

Slide 3 - Quiz

3. Wat is het kritiekpunt van Kerem Nişancioğlu op het Eurocentrisme?
A
- Er wordt teveel uitgegaan van één systeem, het kapitalisme en te weinig gekeken naar andere systemen zoals het communisme.
B
- Bij het Eurocentrisme wordt er teveel gekeken vanuit het christelijke geloof en er wordt niet gekeken naar het islamitische, joods, hindoeïstische of boeddhistische geloof.
C
- Het Eurocentrisme gaat vooral over de Europese geschiedenis. Hierdoor worden andere delen van de wereld onder belicht en werden die ook onderwaardeerd.
D
- Vanuit zijn perspectief moest er gekeken worden vanuit Israël / Palestina aangezien daar de eerste monotheïstische geloofsovertuiging kwam die hedendaags nog steeds is. Dit is niet het christendom, maar het jodendom.

Slide 4 - Quiz

4. Wanneer ontstond het Eurocentrisme?
A
- Het ontstond eind 15e eeuw met de ontdekking van Amerika
B
- Het ontstond in de 17e eeuw waarbij er steeds meer slavernij kwam.
C
- Het ontstond in de 19e eeuw met onder andere de industriële revolutie die ontstond.
D
- Het ontstond na de Tweede Wereldoorlog waarbij er meer gekeken moest worden hoe Europa moest veranderen om zulke oorlogen nogmaals te voorkomen.

Slide 5 - Quiz

5. Wat is het verschil tussen het Eurocentrisme en het Westercentrisme?
A
- Eurocentrisme gaat over Europa en het Westercentrisme gaat over Europa en ook deels Verenigde Staten, Oost-Azië en Australië.
B
- Eurocentrisme gaat over Europa en het Westercentrisme gaat over Verenigde Staten en in mindere mate Europa.
C
- Eurocentrisme gaat over West-Europa en het Westercentrisme gaat over Europa en ook deels Verenigde Staten, Oost-Azië en Australië.
D
- Eurocentrisme gaat over West-Europa en het Westercentrisme gaat over Verenigde Staten en in mindere mate Europa.

Slide 6 - Quiz

6. Wat is de contradictie volgens de theorie van Hegel, als men de wereldgeschiedenis objectief poogt te benaderen vanuit een eurocentrisch perspectief?
A
- Het is een contradictie, omdat men de wereldgeschiedenis hierdoor benadert vanuit Europees oogpunt en niet een objectief oogpunt. Hierdoor kan de wereldgeschiedenis verkeerd worden geïnterpreteerd.
B
- Het is een contradictie, omdat men de wereldgeschiedenis hierdoor benadert vanuit Europees belang. Hierdoor staat de wereldgeschiedenis gelijk aan Europese geschiedenis.
C
- Het is geen contradictie, omdat een eurocentrisch perspectief altijd objectief is.
D
- Het is een contradictie, omdat men de Europese hierdoor benadert vanuit een globaal oogpunt. Hierdoor wordt de Europese geschiedenis verwaarloosd.

Slide 7 - Quiz

7. Hoe zou eurocentrisme benaderd worden volgens het denkbeeld van Foucault?
A
- Foucault zou stellen dat eurocentrisme te veel nadruk legt op het collectief en niet op het individu.
B
- Foucault zou stellen dat eurocentrisme een onterecht gestelde continuïteit is en dat de loop van de geschiedenis beïnvloed is door veel meer partijen naast de Europese landen.
C
- Foucault zou stellen dat eurocentrisme te veel nadruk legt op het indivdu en niet op het collectief.
D
- Foucault zou stellen dat eurocentrisme terechte continuïteit bevat en daarom tevens een juist denkbeeld is.

Slide 8 - Quiz

8. Zou je eurocentrisme kunnen rechtvaardigen door middel van historisch verklaren volgens logisch-positivist Hempel?
A
- Nee, het is moreel onjuist om er vanuit te gaan dat de Europese landen de gehele geschiedenis van de wereld bepaald hebben op basis van dominantie verkregen door industrialisatie.
B
- Nee, want in de geschiedenis is er geen sprake van continuïteit dus is er geen vorm van historisch verklaren mogelijk. Ook niet wat betreft eurocentrisme.
C
- Ja, want in de geschiedenis viel de ontwikkeling van eurocentrisme te verwachten als men kijkt naar alle omstandigheden waarin eurocentrisme is ontstaan. Dit denkbeeld kan worden verklaard door middel van statische wetmatigheden.
D
- Ja, sinds Europese landen de wereld hebben gedomineerd vanaf de industrialisatie zijn zij zich (on)bewust beter gaan voelen en daarvan is eurocentrisme een (on)bedoeld gevolg. Hiermee wordt echter niet bedoeld dat eurocentrisme rechtvaardig of moreel juist is.

Slide 9 - Quiz

9. Hoe zou eurocentrisme omschreven worden volgens een postmodernistisch perspectief?
A
- Eurocentrisme is geen dominant perspectief maar een egocentrisch denkbeeld van Europeanen.
B
- Eurocentrisme is een dominant perspectief dat zich niet schuldig heeft gemaakt aan de onderdrukking van andere perspectieven.
C
- Eurocentrisme is een dominant perspectief dat zich schuldig heeft gemaakt aan de onderdrukking van andere perspectieven.
D
- Eurocentrisme kan niet omschreven worden volgens een postmodernistisch perspectief.

Slide 10 - Quiz

10. Hoe zou het paradigma van eurocentrisme geïnterpreteerd worden volgens het denkbeeld van Collingwood wat betreft zijn hermeneutische interpretatie van Hegel?
A
- Eurocentrisme moet niet alleen benaderd worden via these-antithese-synthese, maar ook op andere manieren zodat wij de logica van het stand komen van eurocentrisme kunnen begrijpen.
B
- Eurocentrisme kan verklaard worden via inductie en deductie.
C
- Eurocentrisme kan verklaard worden door het ordenen en voorstellen van historische feiten in kronieken.
D
- Eurocentrisme kan verklaard worden door dit te beschrijven op een natuur- en geesteswetenschappelijke manier.

Slide 11 - Quiz

11. Het Sinocentrisme is soortgelijkend aan het Eurocentrisme.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

12. Dat de ‘Grote Kloof,’ de wetenschappelijke, commerciële, industriële revoluties en Europese koloniale rijken heeft geleid tot Eurocentrisme is een inductieve redenering.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

13. Het Eurocentrisme had haar wortels toen Oosterse staten zoals India en China zich afscheidde van de wereld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

14. De voorkeur van een meer Europees uiterlijk in veel schoonheidsindustrieën wereldwijd is een effect van Eurocentrisme.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

15. Dat de diepte en schaal van berichtgeving van de oorlog in Oekraïne de langer lopende en bloederigere recente oorlogen buiten Europa (Syrië, Yemen) overtreft is een vorm van Eurocentrisme.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

16. Een aanval op de fundering van de eurocentristische visie door middel van een genealogie houdt het gebruik in van
A
Een historisch verhaal waaruit blijkt dat de fundering irrationeel is
B
Een culturele blik op de fundering waaruit blijkt dat de fundering uit stereotypes bestaat
C
Een inhoudelijk onderzoek waaruit blijkt dat de fundering rechtvaardiging behoeft
D
Een historisch verhaal waaruit blijkt dat de fundering te beperkt is om als fundering te dienen

Slide 17 - Quiz

17. Hayden White stelt dat er bepaalde narratieven van geschiedschrijving mogelijk zijn. Welk narratief zou de eurocentrische geschiedschrijving van de 19de eeuw het best beschrijven?
A
Tragedie
B
Satire
C
Romance
D
Komedie

Slide 18 - Quiz

18. Was eurocentrisme scientistisch of juist niet?
A
Ja, eurocentrisme draaide vooral om natuurwetenschappen
B
Nee, eurocentrisme was vooral een geestelijke beweging

Slide 19 - Quiz

Is eurocentrisme in een culturele zin iets wat nog actief bestaat?
A
Nee, eurocentrisme alleen iets van verleden
B
Nee, eurocentrisme bestaat niet in culturele zin
C
Ja, maar eurocentrisme is alleen nog actief binnen Europa
D
Ja, eurocentrisme bestaat zelfs buiten Europa

Slide 20 - Quiz