Tema 4: Cultura, tiempo libre y deportes
Wat doe jij in je vrije tijd.
o Welke sport beoefen je (sinds wanneer, hoe vaak, etc) (Als je niet sport leg je uit waarom
niet. Let op: ‘porque no me gusta’ is niet voldoende)
o Wat is het verschil met wat je vroeger leuk vond om te doen en wat je nu leuk vindt (let
hierbij op het gebruik van de imperfecto.)
o Wat zou je leuk vinden om te doen (iets wat je nog niet hebt gedaan maar graag zou willen
proberen. Denk aan de activiteiten uit unidad 2)
o Wat betekent ‘cultuur’ voor jou?
o Wat betekent ‘kunst’ voor jou?
o Ga je weleens naar een museum? Laatste keer? Waarom niet ? / Wat vond je ervan?
o Wat gebeurt er op school op het gebeid van kunst en cultuur?
o Literatuur is ook een kunstvorm. Wat kun je vertellen over wat je tot nu toe gelezen/geleerd
hebt over de Spaanse literatuur? (In ieder geval de boekjes die je hebt gelezen).
o ¿Cuáles son tus pasatiempos favoritos? ¿Por qué te gusta hacer esas cosas?