2.4 hoog en laag in de samenleving

1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Huiswerk
1 T/M 7

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen
Huiswerk nakijken (opdracht 1,3,4,5,6 en 8)
Uitleg 2.3
Huiswerk 

Slide 3 - Slide

Wat verwacht ik van je!
-Heb je een vraag steek je je vinger op.
- Voor de rest gelden de regels.
->Geen telefoon
->Geen hoofddeksel.
->Geen jas

Slide 4 - Slide

Tijdvak 2

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
  1. Welke lagen er in de Egyptische samenlevingen waren
  2. Hoe sociale verschillen zichtbaar waren
  3. Hoe Egyptenaren hogerop konden komen in de samenleving 

Slide 6 - Slide

Hoge ambtenaren in dienst van de farao
adviseurs, bestuurders van provincies
Al het land was van de farao. Daarom moesten boeren belasting betalen.
Als ze niet op het land konden werken, moesten ze helpen bij het maken van de piramides.
Lage ambtenaren in dienst van de farao
belastingontvangers, landbouwopzichters

Slide 7 - Slide

Sociale verschillen 
  • Bovenste laag was voor de farao en zijn familie
  • Tweede laag was voor de priesters, hoge ambtenaren en edelen
  • Derde laag was voor de ambachtlieden, handelaren en lage ambtenaren
  • Vierde laag was voor de boeren, landarbeiders en de slaven

Slide 8 - Slide

Verschillen zichtbaar
Hoe waren de verschillen zichtbaar?


Slide 9 - Slide

Farao
  • De farao had alles wat die wilde
  • Wonen in paleizen
  • Veel rijkdom 
  • Begraven in piramies


 

Slide 10 - Slide

Rijke Egyptenaar
  • De rijke Egyptenaar woonde in een mooi huis
  • Meerdere verdiepingen en kamers 
  • Gemummificeerd en een mooi graf

Slide 11 - Slide

Lagere Egyptenaar
  • De lagere Egyptenaar leefde in een klein huisje
  • Weinig ruimte 
  • Geen mooi graf
 

Slide 12 - Slide

Armste burgers
  • Helemaal onderaan sliepen ze met het hele gezin in één kamer 
  • Geen geld voor mummificatie 
  • Een ondiep graf in de woestijn 

Slide 13 - Slide

Hogerop komen
  • De kinderen hadden meestal het zelfde beroep als hun ouders
  • Je kon hogerop te komen, maar was wel heel moeilijk
  • Je kon schrijver worden, maar veel mensen konden niet schrijven

Slide 14 - Slide