Na Luthers succes kwamen er meer hervormers. Door hun optreden viel het christendom in West- en Midden-Europa uit elkaar in twee kerken: een katholieke en een protestantse. Dit verlies van de eenheid van het christendom heet de .............. Een van de andere hervormers was ................ Hij kreeg veel invloed in de Nederlandse gewesten. Karel V was hier de leenheer. Karel V wilde niets van de Hervorming weten en zette alle volgelingen van Luther en Calvijn op de ................. Voor Karel V waren alle protestanten ketters. In 1555 werd zijn zoon, ............, heer der Nederlanden. Die waren samen nog niet één Nederland zoals nu, want elk gewest had zijn eigen regels, munt en wetten.
- Gebruik de tekst van 5,4 onder vraag 8