2K. Ch3 E Grammar hh + oefentoets 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Please sit down

Put your book and Ipad facedown on your table

Lesson starts when the timer stops!

Today

Vocabulary

Grammar 

Get to work

Lesson goal: You can put words into the correct order. You know where to place an adjective

Study vocabulary

Kader: Go to page 70-71   / Theoretisch: page 74-75

Nl-Eng & Eng-Nl (Theme Words)

 Quizlet / Wrts / Write down the words 

subtitles

because

dressing room

also

therefore

to entertain

ondertiteling

omdat

vermaken

ook

kleedkamer

daarom

Wat is de correcte woordvolgorde in het Engels?

1. Wanneer doet wie waar wat
2. Waar doet wie wanneer wat
3. Wie doet wat waar wanneer
4. Wat doet wie waar wanneer

An adjective says something about...

1. the subject
2. nouns
3. adverbs
4. verbs

How can you see the adjective says something about the subject?
With the verbs ....

1. to be, to look, to appear and to seem
2. to be, to like, to appear, to seem
3. to be, to look, to shine and to love
4. to be, to like, to shine and to love

wie

doet

wat

waar

wanneer

worked

Brian

at home

all day

on his laptop

Put in the correct order:
disappointed - after the race - they - with the results - seemed

Get to work

         Kader: Do exercise 32, 33, 34, 35, 36 on page 144  

Theoretisch: Do exercise 30, 31ab, 32, 33 on page 148

Finished? Check your answers

Kahoot / Gimkit

33 - zet de woorden in de goede volgorde

34a - zet de woorden in de goede volgorde

34b - verbind de plaatjes met de zinnen

35a - zet een streep waar de adjective in de zin hoort

36 - gebruik een online woordenboek om de betekenis op te zoeken en kies de juiste

30 - zet de stukken tekst in de juiste volgorde

31a - schrijf een zin over de plaatjes. Let op word order.

31b - herschrijf je zinnen van 31a. Gebruik de adjectives 

32 - gebruik de theme words 'expressing your opinion' op p. 170

32b - maak zinnen met de woorden

33 - vertel over het laatste nummer wat je hebt geluisterd

Wie - doet - wat - waar - wanneer

Oefentoets

Go to LessonUp

Klassen --> Engels --> Chapter 3 --> Oefentoets part 1
Blauw = Kader / Oranje = Theoretisch

K

Th

Check your answers

1. She wore a _______ dress ______ last night.

2. I am __________ about my __________ test.

3. They bought _________ a _________ puppy.  

4. Pete looks ________ about his _____  grade. 

5. We _______ saw a ______ film on Saturday.

Sleep het bijwoord op de juiste plek

sparkly

nervous

cute

excited

terrifying

How well do you understand the grammar?
Word order & using adjectives

😒🙁😐🙂😃

Finish practise test part 2

Study C Reading on page 166