Voorbereiding op de instaptoets klas 3

Jeudi, le 8 septembre



Mercredi, 1er décembre
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Jeudi, le 8 septembre



Mercredi, 1er décembre

Slide 1 - Slide

Inchecken: Bonjour, ça va?
0100

Slide 2 - Poll

Lesdoelen deze week:
  • Ik kan in het Frans zinnen ontkennend maken.
  • ik snap het bezittelijk voornaamwoord en kan het toepassen
  • ik weet hoe ik woorden met hun lidwoord in meervoud kan zetten
  • de persoonlijk voornaamwoorden ken ik F<->Nl
  • het lukt me de regelmatige werkwoorden te vervoegen in de présent en vertalen.
  • de onregelmatige werkwoorden être, avoir en aller kan ik vervoegen in de présent en ook vertalen.


Slide 3 - Slide

Ik kan een zin ontkennend maken
  • Ik heb zin in vandaag! - Ik heb geen zin in vandaag:(.
  • Ik heb me voorbereid! - Ik heb me niet voorbereid.

Slide 4 - Slide

In het Nederlands

Niet of geen

Ik ga niet naar school.
Ik heb geen geld.

In het Frans

ne ... pas of n' ... pas

Je ne vais pas au collège.
Je n'ai pas d'argent.

Slide 5 - Slide

La négation - De ontkenning
Hoe maak ik een Franse zin ontkennend?​

De ontkenning in het Frans bestaat uit twee delen: ne + pas. 

Om zinnen ontkennend te maken, zet je het eerste deel 
van de ontkenning (ne) vóór de persoonsvorm en het 
tweede deel (pas) direct achter de persoonsvorm.

Ik ga niet naar huis. – Je ne vais pas à la maison.

Slide 6 - Slide

La négation - De ontkenning
Attention!
Als de persoonsvorm begint met een klinker of een stomme h dan verandert ne in n’.​

Zij houdt niet van friet – Elle n’aime pas les frites. 


Slide 7 - Slide

Les lunettes

Slide 8 - Slide

Le hamburger 

Slide 9 - Slide

Stappenplan
1: Bepaal wat de persoonsvorm in de zin is.

2: Plaats ne of n' voor de persoonsvorm.

3: Plaats pas achter de persoonsvorm.

Slide 10 - Slide

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Nous avons parlé français.

Slide 11 - Mind map


Maak de zin ontkennend:
Nous avons parlé français.

Slide 12 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Elle danse toute seule.

Slide 13 - Mind map


Maak de zin ontkennend:
Elle danse toute seule.

Slide 14 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Charlotte a bien voulu parler français.

Slide 15 - Mind map


Maak de zin ontkennend:
Charlotte va travailler au restaurant. 

Slide 16 - Open question


Maak de zin ontkennend:
Il a 13 ans.

Slide 17 - Open question

Let op!



Il a un problème.
Je mange des fruits.
Il y a un hôtel ici?
Tu manges des bananes?



Fais attention!



Il n'pas de problème.
Je ne mange pas de fruits.
Il n'y pas d'hôtel.
Tu ne manges pas de bananes.
Na een ontkenning veranderen UN, UNE en DES in
DE of D'!!!

Slide 18 - Slide

maak eens een Franse zin met een ontkenning anders dan ne..pas

Slide 19 - Open question

Meer voorbeelden:

J'aime les films drôles.
J'habite à Paris.

Il regarde la télévision.
Nous sommes malades.
Je regarde le prof
Je mange une pomme



Wat valt op bij de laatste 2 zinnen?
Je n'aime pas les films drôles.
Je n'habite pas encore à Paris.
Il ne regarde jamais la télé.
Nous ne sommes plus malade.
Je ne regarde personne
Je ne mange rien

Slide 20 - Slide

Geef de uitleg een beoordeling alsjeblieft.
0100

Slide 21 - Poll

Au  revoir

Slide 22 - Slide