h1 - hoe welvarend ben jij?

Wat is geen primaire behoefte?
A
Boodschappen
B
Gezondheidzorg
C
Vakantie
D
Onderwijs
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat is geen primaire behoefte?
A
Boodschappen
B
Gezondheidzorg
C
Vakantie
D
Onderwijs

Slide 1 - Quiz

Wat zijn secundaire behoeften?
A
Dingen die noodzakelijk zijn zoals voeding.
B
Dingen om het leven aangenamer te maken zoals een Xbox.
C
Dingen die je heel graag zou willen hebben.

Slide 2 - Quiz

Wat is zelfvoorziening?
A
Dat je je zelf voorziet
B
Wanneer je in jouw behoeften voorziet door producten te kopen
C
Verwennerij voor jezelf
D
Wanneer je in jouw behoeften voorziet door eigen gemaakte producten

Slide 3 - Quiz

Wat is een secundaire behoefte?
A
Brood
B
Scooter
C
een jeans
D
verwarming in huis

Slide 4 - Quiz

Je verdient €400 per maand. Daarvan gaat 63% uit aan primaire behoeften. Hoeveel is dat per maand?

Slide 5 - Open question

Wat is marketing?
A
Alles wat een bedrijf onderneemt om meer te verkopen.
B
Instrumenten die je gebruikt op de verkoopmarkt.
C
Een methode om de winst te vergroten.
D
Een Engels woord voor winkel.

Slide 6 - Quiz

Welk marketinginstrument
zie je hier?
A
Prijs
B
Plaats
C
Product
D
Promotie

Slide 7 - Quiz

Welk marketinginstrument
zie je hier?
A
product
B
promotie
C
plaats
D
personeel

Slide 8 - Quiz

Wat is dit voor soort reclame?
A
Merkreclame
B
Informatieve reclame
C
actiereclame

Slide 9 - Quiz

Wat is dit voor soort reclame?
A
Commerciële reclame
B
Ideële reclame

Slide 10 - Quiz

Wat voor soort reclame is dit?
A
Informatieve reclame
B
Commerciële reclame

Slide 11 - Quiz

Wat is het verschil tussen A-, B- en huismerken?

Slide 12 - Open question

Wanneer kan je bij NIBUD terecht?

Slide 13 - Open question

Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Huur
Vakantie
Meubels
Energie
Verzekering
Cadeautjes
Uitgaan
Persoonlijke verzorging
Boodschappen

Slide 14 - Drag question


Inflatie
Je geld wordt minder waard
Wat is het gevolg van inflatie?

Prijzen 
stijgen

Je kan minder kopen voor hetzelfde geld

Je koopkracht daalt

Slide 15 - Drag question

Je betaalt €39 euro p/m voor de sportschool. Hoeveel is dat per week?

Slide 16 - Open question