V2 Grammatica 5 taalkundig ontleden herhaling


Welkom 
v2t!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Welkom 
v2t!

Slide 1 - Slide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Huiswerkopdracht nakijken
  3. Grammatica 5 taalkundig ontleden herhaling
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

10 minuten lezen

Slide 3 - Slide

Opdracht 6 nakijken
a is (persoonsvorm), uitgebreid (voltooid deelwoord)
b leerde (persoonsvorm), kennismaken (infinitief)
c hakkend (onvoltooid deelwoord), bakkend (onvoltooid deelwoord), roerend (onvoltooid deelwoord), deelt (persoonsvorm), koken (infinitief)
d hebben (persoonsvorm), ontvangen (voltooid deelwoord)
e moet (persoonsvorm), laten (infinitief), doen (infinitief), laten (infinitief), uitvinden (infinitief)
f doende (onvoltooid deelwoord), leert (persoonsvorm)

Slide 4 - Slide

Wat is taalkundig ontleden?

Slide 5 - Open question


A
pers. vnw
B
bez. vnw
C
bw
D
vz

Slide 6 - Quiz


A
hww
B
bw
C
zww
D
bnw

Slide 7 - Quiz


A
bnw
B
bw
C
vz
D
bep. lw

Slide 8 - Quiz


A
bnw
B
bw
C
vz
D
bep. lw

Slide 9 - Quiz


A
bnw
B
bw
C
vz
D
bep. lw

Slide 10 - Quiz


A
bnw
B
znw
C
vz
D
bep. lw

Slide 11 - Quiz


A
bnw
B
znw
C
bez.vnw
D
pers.vnw

Slide 12 - Quiz


A
hww
B
bnw
C
zww
D
bw

Slide 13 - Quiz


A
onbep. vnw
B
vz
C
bnw
D
bw

Slide 14 - Quiz


A
bnw
B
bw
C
znw
D
aanw. vnw

Slide 15 - Quiz


A
bnw
B
bw
C
znw
D
betr. vnw

Slide 16 - Quiz

Benoem alle onderstreepte woordsoorten.


Begin december maakte Banksy een arrenslee van een simpel tuinbankje.

Slide 17 - Open question

Benoem alle onderstreepte woordsoorten.


Vouwen jullie het tafelkleed na het eten op?

Slide 18 - Open question

Benoem alle onderstreepte woordsoorten.


Ik zal dit vervelende klusje eens even opknappen.

Slide 19 - Open question

Benoem alle onderstreepte woordsoorten.


De sollicitant die als eerste reageerde, was ook de beste.

Slide 20 - Open question

Benoem alle onderstreepte woordsoorten.


Zijn dat haar schoenen of de jouwe?

Slide 21 - Open question

Wat is GEEN werkwoordsvorm?
A
voltooid deelwoord
B
onvoltooid deelwoord
C
infinitief
D
voltooid verleden toekomende tijd

Slide 22 - Quiz

Wat is de werkwoordsvorm in onderstaande zin?

Omdat je op reis bent, BEANTWOORD ik je mail.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
onvoltooid deelwoord

Slide 23 - Quiz

Wat is de werkwoordsvorm in onderstaande zin?

GLIMLACHEND liep ze naar school.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
onvoltooid deelwoord

Slide 24 - Quiz

Wat is de werkwoordsvorm in onderstaande zin?

Dat je dat niet SNAPTE, begrijp ik niet.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
onvoltooid deelwoord

Slide 25 - Quiz

Wat is de werkwoordsvorm in onderstaande zin?

Ik heb me in een snoepje VERSLIKT.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
onvoltooid deelwoord

Slide 26 - Quiz

Wat is de werkwoordsvorm in onderstaande zin?

Sjors had wel iets minder hard willen WERKEN.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
onvoltooid deelwoord

Slide 27 - Quiz

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag 27 januari
  • Huiswerk: leesboek uitlezen
  • Meenemen: leesboek en LAPTOP
  • Programma: boekopdracht periode A en B bekijken

Slide 28 - Slide