What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammatik Kap. 7
Grammatik Kap. 7
Pak blz. 61+62 voor je
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatik Kap. 7
Pak blz. 61+62 voor je
Slide 1 - Slide
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
Sie/sie
u/zij
ik
wij
jullie
zij
het
jij
hij
Slide 2 - Drag question
Kijk naar de volgende zinnen
Ik
heb een cadeau voor
jou
Ich
habe ein Geschenk für
dich
Slide 3 - Slide
hen
het
jullie
haar
hem
mij
jou
u
ons
ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij (mv)
u
Slide 4 - Drag question
(sommige) persoonlijke voornaamwoorden veranderden
in de vierde naamval
Welches Bett ist
für mich? (voor mij)
Ich habe ein Geschenk
für dich (voor jou)
mij =
mich (ich)
ons =
uns (wir)
jou =
dich (du)
jullie=
euch (ihr)
hem =
ihn (er)
u =
Sie (Sie)
haar =
sie (sie)
hen =
sie (sie)
het =
es (es)
Slide 5 - Slide
Wanneer gebruik je de persoonlijke voornaamwoorden in de 1e naamval? en wanneer in de 4e naamval?
Na de voorzetsels:
durch, ohne, für, entlang, gegen, um, bis
gebruik je de vierde naamval, dus de persoonlijke voornaamwoorden in de vierde naamval
Slide 6 - Slide
door
zonder
voor
langs
tegen
om
tot
gegen
bis
durch
für
entlang
um
ohne
Slide 7 - Drag question
De voorzetsels +4
Zodra je een van deze voorzetsels ziet staan, dan gebruik je de persoonlijke voornaamwoorden in de vierde naamval
durch = door
ohne = zonder
für = voor
entlang = langs
gegen = tegen
um = om
bis = tot
d
o
f
e
g
u
b
dofegub
Slide 8 - Slide
Das Buch ist für
A
ich
B
mich
Slide 9 - Quiz
(Ik) hat ein Geschenk für (jou)
A
Ich - dich
B
mich - du
C
ich - du
D
mich - dich
Slide 10 - Quiz
Hast (jij) es gegen (hen)?
A
dich - sie
B
du - Sie
C
dich - Sie
D
du - sie
Slide 11 - Quiz
(Wij) spielen Fußball gegen (jullie)
A
wir - euch
B
uns-ihr
C
wir - ihr
D
uns - euch
Slide 12 - Quiz
(Jij) schaffst das nicht ohne (hem)
A
dich - er
B
du - er
C
du - ihn
D
dich - ihn
Slide 13 - Quiz
(Zij) spricht gegen (ons)
A
Sie - uns
B
sie - wir
Slide 14 - Quiz
Leg in eigen woorden uit wat je geleerd hebt
Slide 15 - Open question
More lessons like this
Persoonlijk en vragend voornaamwoord in de vierde naamval
May 2021
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Leerjaar 2 - Persoonlijk voornaamwoord en voorzetsels vierde naamval
March 2022
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval (Akkusativ)
May 2023
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval (Akkusativ)
April 2024
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Persoonlijke vnw met voorzetsels 4e naamval
August 2023
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
H2b 6.2. K6 C voorzetsels + pvnw 4de
February 2023
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatik - Persoonlijk en vragend voornaamwoord - 1e en 4e naamval H2
March 2024
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Persoonlijk en vragend voornaamwoord in de derde naamval
May 2021
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2