H4: Woordenschat

Woordenschat
Hoe kun je de betekenis van een woord ontdekken?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat
Hoe kun je de betekenis van een woord ontdekken?

Slide 1 - Slide

Ga naar bladzijde 114
In deze zinnen staan tegenstellingen, probeer te bedenken wat de onderstreepte woorden betekenen.

Slide 2 - Slide

Lees zin a, wat betekent somatisch denk je?

Slide 3 - Open question

Lees zin b, wat betekent monarchie denk je?

Slide 4 - Open question

Lees zin c, wat betekent demonteren denk je?

Slide 5 - Open question

Lees zin d, wat betekent poreus denk je?

Slide 6 - Open question

Lees zin e, wat betekent recalcitrant denk je?

Slide 7 - Open question

Lees zin f, wat betekent bevordert denk je?

Slide 8 - Open question

Aan de slag!
Maak opdracht 2 op blz. 115

Geef niet te snel op :)

Klaar? Maak opdracht 4 op blz. 116

Slide 9 - Slide

Antwoorden vraag 4, blz. 116
  1. Geconcentreerd: zeer aandachtig
  2. Conflicten: ruzies; strijd
  3. impact: uitwerking, invloed
  4. kwalijke: slechte of negatieve
  5. sociale vaardigheden: het vermogen om op een sociale manier om te gaan met anderen
  6. teloorgang: verdwijning, ondergang
  7. dementie: geestelijke aftakeling, vergeetachtigheid door ouderdom
  8. strekking: bedoeling, draagwijdte, diepere betekenis van wat iemand zegt
  9. coördinatie: afstemming, afstellen van handelingen
  10. inventiviteit: vindingrijkheid
  11. volharding: houding van standvastigheid, ondanks problemen tóch doorgaan 

Slide 10 - Slide

Antwoorden op vraag 4, blz. 116
  1. consistent: goed samenhangend
  2. gefascineerd: geboeid, betoverd
  3. restricties: beperkende voorwaarden, beperkingen
  4. permitteren: toestaan
  5. panisch: zeer angstig; in grote paniek
  6. floreren: bloeien
  7. impuls: opwelling; stoot; duw in bepaalde richting 

Slide 11 - Slide

Wat was je antwoord bij 4.2 a (autoriteit)?

Slide 12 - Open question

Wat was je antwoord bij 4.2 b?

Slide 13 - Open question

Wat was je antwoord bij 4.2 c?

Slide 14 - Open question

Wat was je antwoord bij 4.2 d?

Slide 15 - Open question

Wat was je antwoord bij 4.2 e?

Slide 16 - Open question

Wat was je antwoord bij 4.2 f?

Slide 17 - Open question

Wat was je antwoord bij 4.2 g?

Slide 18 - Open question

Wat was je antwoord bij 4.2 h?

Slide 19 - Open question

Opdracht:
  • Schrijf een zelfgemaakte  'black story' waarbij je minstens 2 woorden uit opdracht 4 en/of de startopdracht gebruikt.
  • Versier ze zo mooi mogelijk :)

Slide 20 - Slide

Lever hier een foto van je black story in:

Slide 21 - Open question