Les 11 (10 november 2024)

Les 11 Wat doen we vandaag? 

1. Hoe ging het huiswerk? 

2. Thema A §3 Reclame. We maken opdracht 1 en 2.   

3. Cursus 5 Grammatica - herhalen van §7, §9 en §11    
en oefenen met oefenzinnen. Voorbereiding v/d toets. 

4. Huiswerk voor volgende week: oefenen voor de toets.   
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecondary Education

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 11 Wat doen we vandaag? 

1. Hoe ging het huiswerk? 

2. Thema A §3 Reclame. We maken opdracht 1 en 2.   

3. Cursus 5 Grammatica - herhalen van §7, §9 en §11    
en oefenen met oefenzinnen. Voorbereiding v/d toets. 

4. Huiswerk voor volgende week: oefenen voor de toets.   

Slide 1 - Slide

Hoe ging het met huiswerk maken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Het huiswerk van deze week was....
0= heel moeilijk 100=heel makkelijk
-1100

Slide 3 - Poll

"Ik heb mijn best gedaan op het huiswerk"
0=helemaal niet 100=ja zeker wel
-1100

Slide 4 - Poll

Toetsen
Let goed op bij het maken van toetsen en huiswerk. Wat wordt er precies gevraagd? 
Soms begrijpen jullie de stof wel maar heb je het gewoon niet precies opgeschreven zoals het systeem het wil...

Bijvoorbeeld:  Zet zin a en b in een andere tijd. Noteer de nieuwe zin en de persoonsvorm van de oorspronkelijke zin: 

"Na een spannend avontuur besloot de kater Abatutu thuis te blijven."

Slide 5 - Slide

§3 Reclame (blz 114-115)

We gaan kijken naar een aantal reclames (tv - poster ads)

Doel van reclame: activeren

Reclames hebben vaak een slogan

Reclames gebruiken beelden:
extra informatie - trekken aandacht -
verduidelijken - creëren een gevoel


Slide 6 - Slide

Noem een reclame
die jij leuk vindt.

Slide 7 - Mind map

Noem een reclame
die je niet leuk vindt
(irritant, stom, saai)

Slide 8 - Mind map




Voor welk product wordt er
reclame gemaakt in deze advertentie?

Slide 9 - Mind map


Tekst
Leg uit dat je de slogan op twee manieren kunt opvatten.

Slide 10 - Open question

Bijwoordelijke bepaling

Slide 11 - Slide

Herhaling zinsontleden 

Zinsdelen die we nu kennen:
  • persoonsvorm 
  • onderwerp
  • werkwoordelijk gezegde 
  • lijdend voorwerp
  • meewerkend voorwerp
  • bijwoordelijke bepaling

Slide 12 - Slide

Bijwoordelijk bepaling geven vaak 
antwoord op deze vragen:
Wanneer, waar, waardoor, 
waarheen, waarom(enzovoorts) en 
hoe, hoelang, hoever (enzovoorts)




Slide 13 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
Let op
Niet in alle zinnen komt een bijwoordelijke bepaling voor, maar een zin kan ook meerdere bijwoordelijke bepalingen bevatten!

Slide 14 - Slide

bijwoordelijke bepaling
waar= bijwoordelijke bepaling van plaats
wanneer= bijwoordelijke bepaling van tijd
hoe = bijwoordelijke bepaling van reden
ontkenning (niet) = bijwoordelijke bepaling van ontkenning

Slide 15 - Slide

Juist of onjuist?

Vraagwoorden waarmee je bijwoordelijke bepalingen zoekt, zijn ook bijwoordelijke bepaling.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Juist of onjuist?

Een zin kan meerdere bijwoordelijke bepalingen bevatten.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) (bwb).

Waarom loopt die stoet straks door de stad?

Slide 18 - Open question

Op welke vraag geeft het bijwoordelijke bepaling geen antwoord?
A
Waar?
B
Waarom?
C
Wanneer?
D
Wat?

Slide 19 - Quiz

Op welke vraag geeft het bijwoordelijke bepaling geen antwoord?



A
Aan wie?
B
Hoe?
C
Waarom?
D
Wanneer?

Slide 20 - Quiz

Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) (bwb).

Waarom gaf het Ministerie alle reizigers naar Bangkok vanochtend een negatief reisadvies?

Slide 21 - Open question

We oefenen met 3 zinnen. 
Zoek in de zin naar de zinsdelen en schrijf het zo op:
pv=
ow=
wg=
lv=
mw=
bwb= 
Als een zinsdeel niet in de zin zit, zet je een X

Slide 22 - Slide


De regen heeft de planten water gegeven.

Zoek de zinsdelen op in de zin en schrijf ze op

Slide 23 - Open question


Een boze klant wilde laatst een klacht indienen.

Zoek de zinsdelen en schrijf ze op.

Slide 24 - Open question

Lesafsluiting
Huiswerk voor volgende week:  
▪ Lees in je leesboek.  
▪ Cursus 5 Grammatica: voorbereiden voor de toets §7, §9 en §11 volgende week: oefen online met de oefentoetsen en trainer per paragraaf   
  
▪ Thema A §3 Reclame opdracht 4 en 5   
▪ Voorbereiding voor volgende week: lees tekst 1 en 2 op blz 116-117 uit je boek  
    

Slide 25 - Slide