Thema 5 - BS 2. Chromosomen en genen

WELKOM 
Welkom bij 
Biologie 
Mevr. el Hamiti
2e klas
Donderdag 3 april 2024
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

WELKOM 
Welkom bij 
Biologie 
Mevr. el Hamiti
2e klas
Donderdag 3 april 2024

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
  •  Leerdoelen
  • Uitleg 
  • Afsluiten 
  • Huiswerk volgende les noteren in agenda 
Wat gaan we deze les doen?

Slide 2 - Slide

Thema 4. Erfelijkheid en evolutie
4.1 - Erfelijke eigenschappen

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:

  • Uitleggen dat variatie in erfelijk materiaal wordt vergroot door geslachtelijke voortplanting.
  • Uitleggen hoe bij mensen het geslacht wordt bepaald door de combinatie van geslachtschromosomen.

Slide 4 - Slide

Waar liggen de chromosomen en waaruit bestaat dat?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Paren
  • Chromosomen komen in paren voor, chromosomenpaar.
  • Per paar is er een afkomstig van mama en een van papa.
  • Een mens heeft 46 chromosomen verdeeld over 23 chromosomenparen
  • Geslachtscellen bestaan uit 23 chromosomen

Slide 7 - Slide

Welke geslachtscellen ken je?

Slide 8 - Open question

Geslachtscel
  • Zaadcellen (bij mannen) en eicellen (bij vrouwen) zijn de geslachtscellen.
  • Geslachtscellen hebben GEEN chromosomenparen
  • Geslachtscellen hebben 23 losse chromosomen. 

Slide 9 - Slide

chromosomenparen
Chromosomen in geslachtscellen

Slide 10 - Slide

Bevruchting
  • Tijdens de bevruchting smelten de celkernen samen
  • Ontstaat genetische variatie 
  • Genen voor dezelfde erfelijke eigenschap gekregen van mama (23) en papa (23).

Slide 11 - Slide

Schrijf dit op:

In een eicel (vrouw) zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel (man) zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

ALLE CELLEN HEBBEN 46 CHROMOSOMEN BEHALVE GESLACHTSCELLEN!




Slide 12 - Slide

Geslacht
  • Het 23e chromosomenpaar noemen we de geslachtschromosomen. 
  • Deze chromosomen bepalen of je een meisje of jongen wordt. 
  • Vrouwen kunnen alleen een X chromosoom doorgeven
  • Mannen kunnen een X of een Y chromosoom doorgeven

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Bij welke ziekte heeft een mens een extra chromosoom?

Slide 16 - Open question

vragen
VRAGEN? 

Slide 17 - Slide

Aantekeningen
Chromosomen paar = twee chromosomen die bestaan uit dezelfde genen vormen een paar
Geslachtscellen = cellen waarbij de chromosomen enkelvoudig voorkomen
Geslachtschromosomen = 23e chromosomenpaar dat het geslacht bepaalt
XX = meisje en XY = jongen
 Genetische variatie = betekent dat er verschillende erfelijke eigenschappen zijn bij de nakomelingen.

Slide 18 - Slide

Huiswerk 
Schrijf mee in je agenda!

Donderdag 10 april:
Huiswerk Bio: 
maken opdrachten van 4.1
+ lezen blz. 106 t/m 108

Slide 19 - Slide