BAVPOL Les 2 staatsrecht
Van wie is het idee van de scheiding der machten?
A
Aquino
B
Montesquieu
C
John Locke
D
Rousseau
1 / 25
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Van wie is het idee van de scheiding der machten?
A
Aquino
B
Montesquieu
C
John Locke
D
Rousseau
Slide 1 - Quiz
De benadering van het recht door te kijken naar de werking ervan, is:
A
Natuurrecht
B
Rechtspositivisme
C
Rechtsrealisme
D
Rechtsbeginsel
Slide 2 - Quiz
De benadering van het recht door te kijken naar de inhoud ervan, is:
A
Natuurrecht
B
Rechtspositivisme
C
Rechtsrealisme
D
Rechtsbeginsel
Slide 3 - Quiz
Een norm is een
A
regel
B
fatsoennorm
C
waarde
D
maatschappij
Slide 4 - Quiz
Welke is een rechtsnorm?
A
Je moet beleefd groeten
B
Je moet op tijd zijn
C
Je moet niet liegen onder ede
D
Je moet bidden
Slide 5 - Quiz
Wie vertegenwoordigt het volk van Curaçao?
A
het parlement
B
de minister-president
C
de Gouverneur
D
de Regering
Slide 6 - Quiz
Degene tot wie de regels zijn gericht, zijn de
A
landsbewoners
B
maatschappij
C
misdadigers
D
norm adressanten
Slide 7 - Quiz
De regelgever/wetgever op Curaçao is
A
de Staten en de Regering
B
Alleen de Staten
C
De Ministers en de Gouverneur
D
Alleen de Regering
Slide 8 - Quiz
Wie had vroeger de "Droit divin"?
A
Montesquieu
B
Van Aquino
C
de koning
D
John Lock
Slide 9 - Quiz
Wat was de mening van Jean Jacques Rousseau?
A
de burgers moeten bepalen wat ze willen
B
de koning moet weg
C
de overheid is degene die de wetten maakt voor de burgers
D
de overheid heeft een sociaal contract met de burgers
Slide 10 - Quiz
Wie heeft de uitvoerende macht zoals bedoeld in de Trias Politica?
A
het bestuur
B
het parlement
C
de rechter
D
de Staten
Slide 11 - Quiz
Wie is de Regering?
A
De Koning en de ministers
B
De Gouverneur
C
De minister-president en de andere ministers
D
Alle ministers en statenleden samen
Slide 12 - Quiz
Het OM is onderdeel van de
A
uitvoerende macht
B
rechterlijke macht
C
wetgevende macht
D
geen enkele, OM is onafhankelijk
Slide 13 - Quiz
Wie wordt in principe voor het leven benoemd?
A
De rechter
B
Een parlementariër
C
De Gouverneur
D
De Gev. Min.
Slide 14 - Quiz
De kenmerken van een staat zijn:
A
land- en zeegebied en bevolking
B
grondgebied, volk met volkslied en eigen taal
C
grondgebied, volk en effectief gezag
D
grondgebied en volk met een eigen cultuur
Slide 15 - Quiz
Welke is geen staat?
A
Curaçao
B
Canada
C
Cuba
D
Peru
Slide 16 - Quiz
Hoe heten de uitspraken van de Hoge Raad?
A
arrest
B
beschikking
C
vonnis
D
uitspraak HR
Slide 17 - Quiz
Wat zijn verdragen?
A
Schriftelijke afspraken
B
De grondrechten van de mens
C
Internationale afspraken tussen landen
D
Internationale jurisprudentie
Slide 18 - Quiz
Wat is de opinio necesitatis?
A
Overtuiging dat iets zo hoort
B
Gewoonten die bestaan
C
Overtuiging van de rechtsbeginselen
D
Gewoonten die nodig zijn om te leven
Slide 19 - Quiz
Welke is de hoogste wet volgens de lex superior-regel?
A
Internationale verdragen
B
Rijkswetten
C
Statuut
D
Staatsregeling Curaçao
Slide 20 - Quiz
Welke grondrechten zijn niet afdwingbaar?
A
Alle grondrechten
B
Sociale grondrechten
C
Klassieke grondrechten
D
Alleen de Vrijheid van godsdienst
Slide 21 - Quiz
Wat betekent "gecodificeerd"?
A
aangekondigd
B
opgeschreven
C
voorgesteld
D
geprogrammeerd
Slide 22 - Quiz
Waarom is Curacao geen staat?
A
Geen soevereiniteit
B
Geen volk
C
Geen regering
D
Geen grondgebied
Slide 23 - Quiz
Welk is een onderwerp van het privaatrecht?
A
onderwijs
B
stemrecht
C
vergunning
D
ondernemingsrecht
Slide 24 - Quiz
Wat is een vorm van "checks and balances"
A
ontbindingsrecht
B
sociaal contract
C
lex posteriori
D
machtenscheiding
