TT werden

Werkwoorden - werden 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoorden - werden 

Slide 1 - Slide

werden -> betekenis (1)
worden

  • Morgen werde ich 16.
  • Ich will später Lehrerin werden.
  • Mein nächstes Fahrrad wird blau.
  • Ich werde verrückt!

Slide 2 - Slide

werden -> betekenis (2)
zullen, gaan ..., van plan zijn

  • Das werde ich nicht machen. 
  • Wir werden dich morgen besuchen. 
  • Thomas wird seine Hausaufgaben machen. 
  • Werdet ihr das Buch noch lesen?
uitleg

Slide 3 - Slide

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
werden 
werd
werd
werd

werd
werd
werd

wirst
wird




du en er zijn onregelmatig. De rest van het werkwoord is regelmatig!
Let op bij ihr + extra 'e'.

e
e


e

Slide 4 - Slide

WERDEN
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
werde
wirst
wird

werden
werdet
werden
werden heeft 2 betekenissen:
  1. worden
  2. zullen/van plan zijn/gaan ...

Slide 5 - Slide

werden (ich)
1/10
A
werde
B
wirde
C
werd
D
wird

Slide 6 - Quiz

werden (ihr)
2/10
A
wirdet
B
werd
C
werdet
D
werdt

Slide 7 - Quiz

werden (du)
3/10
A
werdest
B
wirst
C
wirdst
D
wirdest

Slide 8 - Quiz

werden (Thomas)
4/10
A
werdet
B
wirst
C
werdest
D
wird

Slide 9 - Quiz

werden (wir)
5/10
A
wirden
B
werden
C
werdet
D
wirsten

Slide 10 - Quiz

werden (du)
6/10

Slide 11 - Open question

werden (ich)
7/10

Slide 12 - Open question

werden (Maria)
8/10

Slide 13 - Open question

werden (ihr)
9/10

Slide 14 - Open question

werden (Sie)
10/10

Slide 15 - Open question

Ali will später Lehrer ...
1/6
uitleg/antwoord
Ali wil leraar worden -> werden
A
werden
B
werdet
C
wird

Slide 16 - Quiz

Wir ... morgen nach
Deutschland fahren.
2/6
uitleg/antwoord
wij zijn van plan naar Duitsland te rijden -> werden
A
werden
B
werdet
C
wirst
D
werde

Slide 17 - Quiz

Das ... ich echt nicht
machen!
3/6
uitleg/antwoord
dat zal ik echt niet doen! -> werden
A
werden
B
werde
C
wird
D
wirst

Slide 18 - Quiz

Karim ... gleich alles
aufräumen.
6/6
uitleg/antwoord
Karim zal zo alles opruimen -> werden
A
werden
B
wirst
C
wird
D
werde

Slide 19 - Quiz

slotwoord

Slide 20 - Slide