Begrippen bij 2.3 Voortplantingsorganen van de vrouw
baarmoeder Orgaan waarin zich het embryo ontwikkelt.
binnenste schaamlippen Huidplooien die vocht (kunnen) aanmaken.
buitenste schaamlippen Behaarde huidplooien.
clitoris Geslachtsorgaan van de vrouw; bestaat uit zwellichamen (inwendig) en clitoriseikel (uitwendig).
eierstok Deel dat eicellen produceert.
eileider Transport van eicellen van de eierstok naar de baarmoeder.
vagina (schede) Tunnel tussen de baarmoeder en de vulva.
vulva Uitwendige delen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel.