In het Nederlands gebruiken we persoonlijke voornaamwoorden ( ik, jij etc.) om verwarring te voorkomen, aangezien de meervoudsvormen van de meeste werkwoorden hetzelfde zijn (wij gaan, jullie gaan, zij gaan enz.) Echter in het Spaans is elk vervoegde werkwoordsvorm uniek, die daardoor de persoon kenbaar maken. Dit beteken dat, behalve als je echt probeert te benadrukken of te verduidelijken over wie je aan het praten bent, het zelfstandig naamwoord meestal vrij overbodig is en word daarom vaak ook weg gelaten.