3H/V H4 Lezen -Argumentatie

Nederlands - havo 3
24 januari
haa
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands - havo 3
24 januari
haa

Slide 1 - Slide

Leesboek
filmpje 1-minuut-spreekbeurt uploaden in classroom

Slide 2 - Slide

H3 en H4 - lezen - argumentatie 

Slide 3 - Slide

Argumenten (H3)
Standpunt - argumenten

Er zijn twee soorten argumenten: feitelijke en waarderende argumenten.

 enkelvoudige argumentatie - nevenschikkende argumentatie- onderschikkende argumentatie.  

Slide 4 - Slide

Tegenargument en weerlegging
Soms noemt een auteur niet alleen argumenten vóór zijn standpunt, maar ook tegenargumenten met daarbij een weerlegging. Zo verdedigt de auteur zich direct tegen argumenten die zijn tegenstanders zouden kunnen noemen. 

Tegenargument: tegen het standpunt van de auteur. Het standpunt van de auteur kan negatief zijn (sociale media zijn slecht), waardoor een tegenargument positief is (sociale media zijn goed). Let er dus goed op dat een tegenargument een argument is tegen het standpunt van de auteur. 
Weerlegging: uitleg waarom het tegenargument onjuist/onwaar/zwak is. 

Slide 5 - Slide

[1] Van muziek in de klas wordt vaak gezegd dat het slecht is voor de concentratie. Daar heb ik echter nog nooit iets van gemerkt. Als wij van een docent weleens naar muziek mogen luisteren in de les, kun je – als je je koptelefoon even afdoet – gewoon een speld horen vallen: iedereen is met zijn werk bezig, ook de leerlingen die niet naar muziek luisteren, want zij worden niet door anderen afgeleid. Aan het einde van de les heeft bijna iedereen zijn huiswerk af.

Slide 6 - Slide

[2] Een ander veelgehoord argument tegen muziek in de klas is dat leerlingen er slechter door zouden gaan presteren. Maar ook daar blijkt niets van waar te zijn. Integendeel: uit veel onderzoeken blijkt dat muziek absoluut een positief effect heeft op je prestaties. Je ervaart minder stress door muziek en krijgt er een beter gevoel van. Hierdoor heb je meer – en langer – energie voor de dingen die je moet doen.

Slide 7 - Slide

Tekstfragment
We lezen een fragment uit een opiniestuk uit Trouw. Het standpunt van de auteur is: "Weg met de tussen-n, want die hoor je toch niet." De tussen-n kom je tegen bij bijvoorbeeld hondenhok, maar niet bij groentesoep

Slide 8 - Slide

Welk argument geeft de auteur voor het afschaffen van de tussen-n?

Slide 9 - Slide

Welk argument geeft de auteur voor het afschaffen van de tussen-n?
A
Je kan hem niet in vijf minuten uitleggen.
B
De uitzonderingen zijn onlogisch.
C
De regel voor de tussen-n is ingewikkeld.
D
Ook de eenvoudigere variant is ingewikkeld.

Slide 10 - Quiz

Welk andere argument geeft de auteur voor het afschaffen van de tussen-n?

Slide 11 - Slide

Welk andere argument geeft de auteur voor het afschaffen van de tussen-n?
A
Er bestaan veel uitzonderingen op de regel.
B
De regel is voor de auteur een raadsel.
C
Hij vindt Joost geen aardige vent.
D
Uitzonderingen op de regel worden steeds weer afgeschaft.

Slide 12 - Quiz

Welke (minimale) weerlegging geeft de schrijver?
A
andere uitzonderingen bleven overeind.
B
Wat is er zinvol aan om apetrots te schrijven, maar apenstreken
C
ook al heeft men er eentje -gelukkig- in 2005 afgeschaft
D
Andere uitzonderingen bleven overeind

Slide 13 - Quiz

Aan de slag
H3 Lezen
Opdracht 1 en 2

H4 Lezen
Opdracht 2

 

Slide 14 - Slide