MBO - Hetzelfde maar dan anders

1 / 16
next
Slide 1: Slide
BasisschoolMBOGroep 6-8

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Introduction

Erbij horen is belangrijk en buiten de groep vallen is niet fijn. Daar is iedereen het in grote lijnen wel mee eens. Jezelf zijn is óók heel erg belangrijk. Maar ben je dat in elke groep? In iedere groep gedraag je je net een anders. En hoewel je toch ‘jezelf’ bent gedraag je je in de ene groep anders dan in de ander. Hoe dat komt? Daar gaat deze les over.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Intro
Erbij horen is belangrijk en buiten de groep vallen is niet fijn. Daar is iedereen het in grote lijnen wel mee eens.
Jezelf zijn is óók heel erg belangrijk.
Maar ben je dat in elke groep?

In iedere groep gedraag je je net een anders. En hoewel je toch ‘jezelf’  bent gedraag je je in de ene groep anders dan in de ander.

Hoe dat komt?
Daar gaat deze les over.


Slide 2 - Slide

Doe normaal!
Dit hoor je best vaak. Maar wat ‘normaal’ gedrag is, is niet overal hetzelfde.

Binnen elke groep en op elke plek zijn er ongeschreven gedragsafspraken. Sommige dingen kunnen wel, andere doe je niet.

Voorbeeld: Niemand gaat in bikini naar de supermarkt. En bij je oma zit je niet op tafel een tosti te eten hoewel je dat voetbalkantine misschien wel doet.

Normen zijn de regels en afspraken die je aanvoelt en overneemt van de rest van een groep. Dit gebeurt in elke groep en in elke  situatie.


Slide 3 - Slide

Wat zijn normen?
‘Normen’ zijn iets anders dan regels. Dat je bijvoobeeld niet met je koptelefoon op hardop zingt in een klas heeft met (school)regels te maken.

Maar keihard mee zingen in de supermarkt zie je ook niet veel mensen doen, hoewel dat is vast en zeker is toegestaan.... maar zeg nou zelf... dat is toch...not done.. niet echt NORMaal...

Deze onzichtbare afspraken en (gedrags)regels, dát zijn normen!
Ze zijn ongeschreven en toch voel je ze aan. Hoe werkt dat?


This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 4 - Slide

GROEPDRUK is heftig
Hoe je je binnen een groep gedraagt heeft vaak erg veel te maken met hoe de rest zich gedraagt. De 'druk' van een groep speelt een belangrijke rol.

Negatieve groepsdruk
Het kan je dingen laten doen waarvan je eerste denkt: 'NO way dat ik dat zou doen'... of  later van denkt..' huh deed ik dat?'

Dit is niet gek en gebreurt. Dat is groepsdruk.

Belangrijk is om er over na te durven nadenken, het bespreken en oefenen met je eigen keuzes maken en grenzen aangeven.

Bekijk het filmpje

Slide 5 - Slide

Positieve groepsdruk
Groepsdruk hoeft niet altijd negatief te zijn. Het kan juist ook andersom werken.

Als veel mensen opkomen voor iemand die bv gepest wordt dan zal de pester voelen dat hij in de minderheid is.

Maar positieve druk kan je ook stimuleren om meer uit je zlef te halen.

Denk bv aan prestaties in een teamsport als je team extra vecht voor de bal en de wedstrijd dan wordt je ook meegetrokken in dat gevoel en geef je niet op.

Bekijk evt. het tweede filmpje

Slide 6 - Slide

Hoe weet je hoe het hoort?
Oke, er zijn dus overal normen. Maar, hoe weet je hoe je je gedragen moet. Hoe weet je hoe ‘het hoort’? 

Het probleem met al die onzichtbare afspraken is dat ze niet voor iedereen automatisch hetzelfde zijn en ook niet altijd voor iedereen duidelijk.
Dit kan soms botsen

OPTIONEEL: Wil je wat meer ingaan op normen en buitensluiten? Dan kun je nog benoemen dat in een groep (zoals een klas) het zomaar kan gebeuren dat wat voor de een ‘normaal’ is door anderen als raar of zelfs irritant wordt gezien.

In het ergste geval kunnen groepen mensen gaan buitensluiten omdat ze er ‘niet bij passen’. Er is dus blijkbaar een norm waar iemand buiten valt. Het is voor de buitenstaander vaak lastig om erachter te komen wat die norm dan precies is.  Een situatie kan dan steeds erger worden. De weg terug is vaak moeilijk, want.. tja.. Iedereen mag zijn wie hij is…maar blijkbaar toch ook weer niet helemaal.

Wie daar dan schuldig is?
Daar kom je moeilijk uit.

Wat je wel kunt doen is op tijd samen de norm bepalen, afspraken over omgang maken én elkaar goed (leren) dragen hierin bij aan de oplossing.

Slide 7 - Slide

Snel schakelen? Geen probleem!

We zijn gewend om te schakelen tussen het gedrag dat past bij norm van elke groep.

Bij sommige docenten kunnen dingen wel bij andere niet. Thuis gedraag je je anders dan bij je vrienden en op je werk houdt je ook rekening met de daar geldende normen.

Welke groepen met welke normen heb jij mee te maken?



Slide 8 - Slide

Tot welke groepen behoor jij?
Tot welke groepen behoor jij allemaal?
Ben je onderdeel van een hechte vriendengroep? Hebt een online game-groep? Hoor je bij een sportteam? En wat dacht je van je familie? Dat is eigenlijk ook een groep!
 
In de opdracht gaan we opzoek naar groepen waar je bij hoort en weet welke onzichtbaren regels en afspraken er zijn. Je weet dus hoe je je daar gedraagt.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

WERKBLAD
We gaan verkennen hoe anders dit voor iedereen is.

Deel de werkbalden uit!

We gaan allemaal vier groepen kiezen waar we onderdeel van uit maken.

TIP: Start eventueel met een klassikale brainstorm om duidelijk te maken waar we naar opzoek zijn. Schrijf mee op het bord. Dit helpt leerlingen om straks zelf vier omgevingen te kiezen/bedenken.



Slide 11 - Slide

Stap 1 – Jouw groepen
Schijf de 4 groepen die je hebt gekozen in de vakjes 1,2,3 en 4.

Heb je er misschien maar drie kunnen bedenken. Geen probleem dan heb je er voor de opdracht eentje minder.

Slide 12 - Slide

Stap 2- Wat kan er echt niet?

Schrijf (of teken) nu van elke plek één ding in het ‘verbodsbord’ op wat je echt NIET moet doen binnen deze groep/omgeving maar wat ergens anders wel kan. Waar ligt de grens.

Probeer iets te verzinnen dat specifiek is voor die groep en niet te extreem. Op de tafel staan kun je waarschijnlijk in geen enkele groep. Misschien is slaan en duwen in je voetbalteam wel oké maar doe je dat niet bij je kleine stiefzusjes.

Denk goed na!

Slide 13 - Slide

Stap 3 - En andersom…?
Denk nu eens andersom?
Wat kan er in elke groep wél waarvan je denkt: "Hier wel maaar ergens anders? Hmmm, beter van niet…" 

Denk aan taalgebruik, kleding, stoeien, etc.

Noteer (of teken) dit in het blauwe verkeersbord.

Slide 14 - Slide

Kleuren
Geef nu al jouw groepen een kleur die je bij die groep vindt passen.

Kleur het poppetje in het midden in.
Dit ben jij!

Kleuren kiezen
Lijken jouw groepen qua normen op elkaar geef ze dan een kleur die op elkaar lijkt. Zijn ze totaal verschillende kies dan ook grote kleurverschillen.

Je mag het poppetje kleuren hoe jij wil.
Lopen de kleuren  door elkaar of houdt je het netjes gescheiden? Wat past bij jou? Alles mag!

Slide 15 - Slide

Afsluiting
Je kunt deze opdracht op twee manieren afsluiten.

1) Als jouw groep een veilige groep is zou je kunnen kiezen om de leerlingen in duo’s de werkbladen te laten bespreken. Elk duo bespreekt in 5 minuten wat ze hebben gemaakt en waarom. Interview elkaar en kom zoveel mogelijk te weten van je klasgenoot. Vraag tot slot klassikaal of iemand wil vertellen wat hij van een ander heeft gehoord wat hij bijzonder, grappig, interessant vond en graag wil delen.

2) Soms kan het prettiger zijn om het resultaat van deze opdracht niet specifiek te bespreken maar juist het proces. Vooral als de groep (nog) geen veilige groep is.

Nabespreken en vragen stellen over de opdracht is dan ook effectief.
Bijvoorbeeld:
-    Was het lastig om te doen?
-    Lijken jouw ‘groepen’ op elkaar
-    Heeft iemand grote verschillen in normen van zijn groepen?
-    Wil iemand iets delen/vertellen
-    Kijk je nu anders naar jezelf binnen groepen?
-    Kijk je nu anders naar anderen?
-    Etc.

Slide 16 - Slide

Conclusie:
Je bent overal hetzelfde, maar dan anders!

Vertel tot slot dat iedereen overal zichzelf is maar dat er dus verschillend gedrag hoort bij ‘jezelf’ zijn. Je bent overal hetzelfde, maar steeds net een beetje anders.

Het is vooral belangrijk om elkaar hierin te leren kennen en het is ook niet gek om elkaar af en toe te vertellen over deze verschillende normen zonder een mening klaar te hebben of groepen meteen te veroordelen. Als je meer van elkaar weet dan kun je elkaar ook beter begrijpen.   

Optioneel: Hang alle werkbladen op. Zo kun je er nog eens naar kijken met elkaar en kom je meer te weten over de ander en jezelf.