2 vmbo-bk Thema 6.2 Ecologie en duurzaamheid: Kringloop

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

wat gaan we vandaag doen?

Herhalen van de vorige basisstof

Leerdoelen:

Na deze les weten jullie wat producenten, consumenten en reducenten zijn.

Na deze les weten jullie hoe de kringloop van stoffen werkt.

Na deze les weet je wat biologisch afbreekbaar afval is.

Pak je wisbordje erbij

Een voedselketen is :

1. rij organismen die elkaar eten
2. aantal voedselketens die met elkaar verbonden zijn.
3. een rij organismen waarin je ziet wie door wie wordt opgegeten

Wat betekent de pijl in een voedselketen

1. maakt eten
2. wordt gegeten door..
3. eet het organisme op..

Een voedselketen begint altijd met:

1. een dier
2. een plant
3. een schimmel

Je ziet hier een voedselketen.
Is deze voedselketen juist weergegeven?

1. Ja
2. Nee

Wat is een voedselweb?

1. Één voedselketen
2. Meerdere voedselketens
3. Een kringloop van voedsel

Wat is een alleseter?

1. Eet alleen dieren
2. Eet alleen planten
3. Eet zowel planten als dieren
4. Eet afval

Inleiding

Als een organisme wordt opgegeten, komen de stoffen terecht in een ander organisme.

In de natuur maken alle stoffen een kringloop.

producenten

Elke voedselketen begint met planten. Dat komt doordat planten het voedsel maken voor mensen en dieren.

Een ander woord voor maken is produceren.

Daarom worden planten ook wel producenten genoemd.

Planten produceren voedsel door fotosynthese.

Consumenten

Dieren eten de stoffen die door planten zijn gemaakt.

Een ander woord voor eten en drinken is consumeren.

Dieren worden daarom ook wel consumenten genoemd.

Dieren vind je in de tweede en volgende schakels van voedselketens.

Reducenten

Afvaleters eten dode dieren en planten. Maar ze eten niet alle dode resten op. Een deel blijft achter.

Bacteriën en schimmels breken ook ander afval van organismen af. Bijvoorbeeld dode bladeren.

Een ander woord voor afbreken is reduceren.

Bacteriën en schimmels worden daarom ook wel reducenten genoemd.

Kringloop

Bij het afbreken van de dode resten van organismen komen voedingsstoffen voor planten vrij. Planten nemen deze stoffen weer op. Zo worden stoffen in de natuur steeds weer opnieuw gebruikt.

Stoffen van planten komen via dieren, afvaleters, bacteriën en schimmels uiteindelijk weer bij planten terecht. In de natuur maken alle stoffen een kringloop.

Wel en niet afbreekbaar

Resten van organismen is biologisch afbreekbaar afval.

Soms is afval uit een huishouden ook biologisch afbreekbaar. Bijvoorbeeld GFT (groenten, fruit en tuinafval)

Afval is biologisch afbreekbaar, omdat schimmels en bacteriën (reducenten) dit afval kunnen afbreken.

Afval dat niet kan worden afgebroken noem je niet-biologisch afbreekbaar afval. De schimmels en bacteriën kunnen dit niet opruimen en blijft lang in het milieu liggen.