6.2 Kringloop


6.02 Voedselrelaties
6.2 Kringloop
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


6.02 Voedselrelaties
6.2 Kringloop

Slide 1 - Slide

Terugblik

Slide 2 - Slide

Wat is ecologie?
A
De omgeving en het milieu waar het organisme in leeft.
B
Het bestuderen van de relaties tussen organismen en hun milieu.
C
De relaties tussen organismen onderling.
D
Het is een soort voedsel voor een ander organisme.

Slide 3 - Quiz

Zet de volgende organismen in de juiste volgorde om een voedselketen te vormen.

Slide 4 - Drag question

Voedselketen
Voedselweb

Slide 5 - Drag question

Maak een correcte voedselketen

Slide 6 - Drag question

Welk dier hoort bij wat?
planteneter
vleeseter
alleseter

Slide 7 - Drag question

Leerdoel
  • 3 Je kunt uitleggen wat producenten, consumenten en reducenten zijn.
  • 4 Je kunt de kringloop van stoffen beschrijven.
  • 5 Je kunt aangeven welk afval biologisch afbreekbaar is en welk afval niet.
Als een organisme wordt opgegeten, komen de stoffen terecht in een ander organisme. In de natuur maken alle stoffen een kringloop.

Slide 8 - Slide

Planten zijn producenten


Planten produceren (maken) voedsel voor mens en dier. 

Dit doen ze door middel van fotosynthese, 

Slide 9 - Slide

Dieren zijn consumenten
Dieren eten de stoffen die door planten zijn gemaakt. Een ander woord voor eten en drinken is consumeren. Biologen noemen dieren daarom consumenten.
Dieren (consumenten) vind je in de tweede en volgende schakels van voedselketens.

Slide 10 - Slide

Consumenten kunnen planteneters, vleeseters of alleseters zijn. 

Slide 11 - Slide

Reducenten
Afvaleters eten dode dieren en planten. Maar ze eten niet alle dode resten op. Een deel blijft achter. Bacteriën en schimmels breken die resten af. Bacteriën en schimmels breken ook ander afval van organismen af. Bijvoorbeeld dode bladeren en poep. Een ander woord voor afbreken is reduceren. Biologen noemen bacteriën en schimmels daarom reducenten.

Slide 12 - Slide

Reducenten = bacterie
schimmels

Slide 13 - Slide

Kringloop
Bij het afbreken van de dode resten van organismen komen voedingsstoffen voor planten vrij. Planten nemen deze stoffen weer op. Zo worden stoffen in de natuur steeds weer opnieuw gebruikt.
Stoffen van planten komen via dieren, afvaleters, bacteriën en schimmels uiteindelijk weer bij planten terecht. In de natuur maken alle stoffen een kringloop. Reducenten maken de kringloop van stoffen compleet.

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Wel en niet afbreekbaar
Reducenten breken de dode resten van planten en dieren af. Deze dode resten zijn biologisch afbreekbaar. Ook sommige soorten afval zijn biologisch afbreekbaar, bijvoorbeeld eierschalen, broodkorsten en papier. Afval van producten die zijn gemaakt van planten of dieren, is biologisch afbreekbaar.
Mensen maken ook producten van glas, metaal, plastic (kunststof) en steen. Afval van deze producten noem je niet-biologisch afbreekbaar afval. Reducenten kunnen dit afval niet afbreken.

Slide 16 - Slide

Aan het werk! Bio!
Wat? 6.2 Kringloop- opdrachten 1 t/m 10.
Opdracht 4 maak je in je mapje

Waar? In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur. 

Klaar? Test jezelf. 
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

timer
1:00

Slide 17 - Slide