Herhaling Spelling 2

Herhaling Spelling 2
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling Spelling 2

Slide 1 - Slide

Lezen: 10 minuten in stilte

Slide 2 - Slide

Voltooid deelwoord
- Hoe zit het ook alweer bij klankvaste werkwoorden?
3 manieren om te bepalen of je een d of een t moet gebruiken!! 

Slide 3 - Slide

Manier 1:
Maak het woord langer door er een bijvoeglijk naamwoord van te maken. 
Het ijs is gekoeld --> Het gekoelde ijs
Het cadeau is ingepakt --> Het ingepakte cadeau

Slide 4 - Slide

Manier 2: 
- Gebruik 't ex-kofschip! 
Laatste letter vd stam medeklinker in 't ex-kofschip? --> t
(Ingepakt --> inpakk(en) --> k zit WEL in kofschip)
Laatste letter vd stam GEEN medeklinker in 't ex-kofschip? --> d
(Gekoeld --> koel(en) --> l zit NIET in kofschip)

Slide 5 - Slide

Manier 3: (hoef je niet te kennen voor toets)

Is de laatste letter van de stam stemloos of stemhebbend?
Leg je vingers op je keel bij uitspreken van de letter, beweegt er iets? 
Nee: t 
Ja: d

Slide 6 - Slide

Vervoeg het volt. dw. op de juiste manier:
"Tijdens het kaartspel heeft hij flink ... (bluffen)
A
Gebluft
B
Geblufd

Slide 7 - Quiz

Vervoeg het volt. dw. op de juiste manier:
"Ze hebben de overige papieren in de zee ...(lozen)"
A
Geloost
B
Geloosd

Slide 8 - Quiz

Vervoeg het volt. dw. op de juiste manier:
"De bloemen hebben de hele zomer mooi ... (bloeien)"
A
Gebloeit
B
Gebloeid

Slide 9 - Quiz

Vervoeg het volt. dw. op de juiste manier:
"De sollicitant heeft al zijn moed bij elkaar ...(schrapen)"
A
Geschraapt
B
Geschraapd

Slide 10 - Quiz

Vervoeg het volt. dw. op de juiste manier:
"De toets ging gelukkig niet zo slecht als hij had ...(vrezen)"
A
Gevreest
B
Gevreesd

Slide 11 - Quiz

Nog vragen over spelling?

Slide 12 - Slide

Aan de slag met fictie
- Heb je plaatjes mee? Ga vast knippen en plakken!
- Geen plaatjes? Zoek ze op op je telefoon en maak vast een schets. 

Slide 13 - Slide