2.1 les 2

Historisch Context: Duitsland in Europa (1918-1991)
2.1 Duitsland: van de Eerste naar de Tweede Wereldoorlog 
les 1
1 / 42
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Historisch Context: Duitsland in Europa (1918-1991)
2.1 Duitsland: van de Eerste naar de Tweede Wereldoorlog 
les 1

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

4 Je kunt beschrijven waarom Duitsland in de periode 1918-1923 met een ernstige economische crisis te maken kreeg.
 
5 Je kunt het Dawesplan uitleggen en het effect ervan op de Duitse economie benoemen.

6 Je kunt uitleggen waarom de Economische Wereldcrisis in Duitsland voor politieke instabiliteit zorgde.

7 Je kunt de kenmerken van het fascisme benoemen en uitleggen in hoeverre de NSDAP een fascistische partij was.

8 Je kunt de populariteit van de NSDAP verklaren en je kunt uitleggen hoe Hitler in 1933 de volledige macht in Duitsland in handen kreeg.

 










Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wie is deze man?

Slide 5 - Slide

Italie

Slide 6 - Slide

Voorgeschiedenis
  • Tijdens WO1: Italië vocht aan de kant van de geallieerden
  • Na WO1: Italianen waren gefrustreerd, want:
  1. Te weinig gebieden erbij gekregen
  2. Hoge werkloosheid + veel stakingen
  3. Angst voor het communisme

Slide 7 - Slide

De opkomst van Benito Mussolini

Slide 8 - Slide

Mussolini: veteraan en journalist
  • 'Oplossing voor de crisis'

  • Populair in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw

  • Antwoord op slecht beleid van de democratische regeringen

  • richt fascistische partij op: Fasci di Combattimento

Slide 9 - Slide

Fascistische beweging:
  • Opgericht in: 1919
  • Door: Mussolini
  • Bijnaam: zwarthemden
  • Symbool: fasces
Fasces
Hier zien we dus zo'n fasces.
De fasces werden door de Romeinen gebruikt om te laten zien wie de macht in handen heeft (wie heeft dus de macht om iemand te straffen met de bijl?).

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Il Duce( de leider)
  • Eind 1922: na de mars op Rome grijpt Mussolini de macht
  • Italie wordt een totalitaire dictatuur
  • Tegenstanders worden hard aangepakt

Slide 12 - Slide

Oktober 1922 'mars naar Rome'. Hij dreigde met geweld als hij de macht niet kreeg. Koning bond in

Slide 13 - Slide

Het fascisme
Kenmerken:
1. Leiderbeginsel: 1 sterke leider die alles bepaalt.
2. anti-democratisch 
3. nationalistisch (eigen staat is belangrijkst);  
3. ongelijkheid (de hoogontwikkelden moet de laagontwikkelden leiden)
4. verheerlijking van geweld 
5. indoctrinatie (door middel van propaganda en censuur)


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Theorie

Door de economische crisis kregen politici die een andere inrichting van de samenleving beloofden, meer aandacht. 
Denk hierbij aan het fascistische Italië, met als leider Benito Mussolini. 

Slide 16 - Slide

Theorie

In Duitsland werkt het precies zo: Een andere was Adolf Hitler..

Slide 17 - Slide

Theorie

Hitler (1889) was een ontevreden korporaal uit WOI, die na de oorlog in Duitsland (München) terecht kwam.

Slide 18 - Slide

 Nationaal-Socialisme
  • Nationaal-Socialisme 

  • Ook wel: nazisme genoemd

Vorm van fascisme 
+ Rassenleer & antisemitisme

NSDAP: Nationaal -Socialistisch Duitse Arbeiders Partij

Slide 19 - Slide



  • antisemitisme: haat aan de Joden

  • Rassenleer: het idee dat de mens bestaat uit verschillende rassen, waarbij sommige rassen beter zijn dan anderen
  • Nazi's vonden het Arische ras superieur. 

Slide 20 - Slide

1923: Bierkellerputsch

  • Hitler's mislukte staatsgreep (putsch) in München.
  • Hij wordt gearresteerd en komt in de gevangenis waar hij een zijn boek Mein Kampf schrijft.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

Over welke gebeurtenis gaat dit kaartje?

Slide 25 - Slide

Dawesplan 1924

Slide 26 - Slide

Het Dawesplan
A
maakte Amerikaanse leningen mogelijk
B
beëindigde de bezetting van het Ruhrgebied
C
leidde tot herstel van de economie in Dld
D
leidde tot politieke stabiliteit in Dld

Slide 27 - Quiz

1924 Dawesplan

De VS lenen Duitsland geld om de economie te herstellen.

Slide 28 - Slide

1926: Duitsland wordt lid van de Volkenbond

Het gaat beter met Duitsland en het land mag mee doen met de Volkenbond

Slide 29 - Slide

Uit welk jaar is deze krant?

Slide 30 - Slide

1929: Beurskrach in de VS


In de VS klappen de aandelenkoersen nadat mensen massaal hun aandelen verkopen. Het is het begin van een grote economische crisis die de hele wereld raakt. 

Slide 31 - Slide

Noem drie oorzaken van het ontstaan van de economische wereldcrisis in 1929.

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Theorie

In Duitsland daalde de industriële productie in drie jaar met 40% en de werkloosheid nam toe van 1,3 miljoen in 1929 naar 6 miljoen in 1932. Duitsland was terug bij af en het zag er niet naar uit dat de regering van Weimar dit probleem kon oplossen..


Slide 35 - Slide

Door de economische crisis kreeg Hitler extra veel steun van arbeiders en werklozen.’
Ja
Nee

Slide 36 - Poll

Theorie

In 1930 werd de NSDAP een massaorganisatie (=). Behalve de crisis, waar de regering dus geen oplossing voor had, groeide de aanhang van de NSDAP door de manier waarop ze campagne voerde. 

Slide 37 - Slide

Theorie

De NSDAP maakte handig gebruik van propaganda

Hij maakte gebruik van:
  • radio/tv
  • massabijeenkomsten
  • opzwepende muziek
  • vlaggen/vaandels en symboliek
  • ingestudeerde toespraken

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video


Hitler wordt kanselier
30 januari 1933



Hoewel Hitler nu kanselier is én leider van de grootste partij in de Rijksdag, 
heeft hij niet de meerderheid in het Duitse parlement. 
Hij zal dus altijd moeten samenwerken met andere partijen.
En dat vindt hij afschuwelijk: te lang praten om er samen uit te komen...

Slide 41 - Slide

huiswerk
lees HC par 2.1

De opkomst van Hitler t/m Hitler komt aan de macht

9.3
Fascistische bewegingen t/m Japan

Arceer de belangrijke zinnen

Slide 42 - Slide