Con Gusto 1 , 2a semana - Grupos A y C

Buenos días, 
¿Cómo está usted?
  • Lista de presencia y deberes 
  • Tarea de escritura 1  
  • Repaso unidad 1 
  • Repaso unidad 2 
  • TT Unidad 1+2  
           


      

Programa
1 / 27
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Buenos días, 
¿Cómo está usted?
  • Lista de presencia y deberes 
  • Tarea de escritura 1  
  • Repaso unidad 1 
  • Repaso unidad 2 
  • TT Unidad 1+2  
           


      

Programa

Slide 1 - Slide

TOETS 
TT Unidad 1+2
           - vr. online zetten
           - ma. antw. online 

Onderw.mat / 2020-2021 / sem. 1/ Grp. 2/Con gusto/ Extra material en TT 

(ook TT woordenschat) 

Slide 2 - Slide

Dos sonidos diferentes
Zelf - Dos sonidos diferentes
Luister naar de woorden en schrijf ze in je schrift . Pas de uitspraakregels toe. 
Palabras
Respuestas
Fábrica, colega, cuatro, Quijote, 
Quién, qué, Dulcinea, gracias
Barcelona, panza, zorro, azul 
1. .....
2. .....
3. .....
4. .....
5. .....
6. .....
7. .....
8. .....
9. .....
10. .....
11. .....
12. .....

Slide 3 - Slide

Dos sonidos diferentes
Zelf - Diálogo 
Voer de gesprekken met een medestudent, ruil daarna van rol. 
Oefen de gesprekken met 2 verschillende medestudenten 
WB pg. 6 ejercicio 5 

WB pg. 6 ejercicio 7 

Slide 4 - Slide

Nu komt een aantal vragen over de grammatica van de unidades 1 en 2. Als je de grammatica niet meer weet, bekijk deze dan snel op WB-pagina's 25-26 en 37-39 voordat je begint.
Zelf - Quiz

Slide 5 - Slide

Welke woorden combineren met het werkwoord "estudiar":

a Mallorca, griego, naranjas, en la universidad, español,
una guitarra, Barcelona

Slide 6 - Open question

Welke woorden combineren met het werkwoord "comprar":

en la playa, naranjas, chocolate, inglés, culturas antiguas.

Slide 7 - Open question

Bepaald lidwoord: Welke rijtje is correct?
A
le, la, los, las
B
las, los, la, el
C
las, les, la, le
D
el, la, lo, las

Slide 8 - Quiz

Zelfst. nw. krijgen in het meervoud een...
A
-se of -s
B
- s of - ese
C
-s of -es
D
-se of es

Slide 9 - Quiz

De onbepaalde lidwoorden in het Spaans zijn...
A
un, unes, unas, una
B
un, una, unos, unas
C
uno, una, unos, unas
D
un, una, unos, unes

Slide 10 - Quiz

In het Spaans betekent 'jullie studeren' ...
A
nosotros estudiamos
B
ellos estudian
C
vosotras estudiáis
D
nosotras estudiamos

Slide 11 - Quiz

Samen - schrijfopdracht

Slide 12 - Slide

Samen - schrijfopdracht
Inleveren op: MS-Teams / Opdrachten 

Opdracht te vinden op: Onderwij.mat/2020-2021/sem.1/Groep2/Con Gusto of MS-Teams opdrachten 

Lees in Publicaties/Protocol Schrijfopdrachten de voorwaarden en vereisten

Slide 13 - Slide

Waar hangt het van af of ik het ene of het andere lidwoord gebruik? 
Het bepaald lidwoord
Samen - repaso de la gramática 

Slide 14 - Slide

Hoe weet ik of een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is? 
Het zelfstandig naamwoord
Samen - repaso de la gramática 

Slide 15 - Slide


Het onbepaald lidwoord
In het Nederlands kunnen we niet zeggen unos amigos = een vrienden, daarom wordt ‘unos –unas’ in het Nederlands vertaald als ‘enkel’ of 'een paar' 
bijv. enkele vrienden / een paar vrienden
Un teatro

Una biblioteca


Unas casas


Een theater

Een bibliotheek

Enkele huizen

Unos hospitales


Enkele ziekenhuizen

Samen - repaso de la gramática 

Slide 16 - Slide

Samen - repaso de la gramática 

Slide 17 - Slide

Leer de uitgangen uit je hoofd. 
Samen - repaso de la gramática 

Slide 18 - Slide

Mannelijk
Vrouwelijk
tarjeta
bolígrafo
playa
problema
día
instrucción
tema
piso
página web
foto

Slide 19 - Drag question

0

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Link

Samen - repaso de la gramática 

Slide 23 - Slide

Samen - Profesiones  TB pg. 23 7d 
A) Vraag aan een medestudent wat voor werk hij/zij doet 
B)  Geef de informatie aan een derde persoon. Bijv. 
 
    Alicia trabaja en un hospital. Alicia werkt in een ziekenhuis
 
    Pablo y Ana son estudiantes de informática en la universidad de Utrecht

Slide 24 - Slide

Samen - Tengo un.... 
Weet je nog de vervoeging van het werkwoord tener (hebben)? Is het een regelmatig of onregelmatig werkwoord? 
TB pg. 24 oef. 10 
 
jij-vorm: ¿Tienes un jefe autoritario? 
U-vorm  ¿Tiene un jefe autoritario? 

                                Sí. / No 
   
     ¿Qué significa "autoritario"? 
Marina y yo tenemos un jefe autoritario 
Lucía y Pedro tienen un jefe autoritario 

Slide 25 - Slide

Repasa

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide