Regels geslacht zelfstandige naamwoorden
Mannelijk (der): Mannelijke persoons- en dierennamen: der Junge, der Stier
Vrouwelijk (die): Vrouwelijke persoons- en dierennamen: die Oma, die Kuh
de meeste zaaknamen (dingen) op -e: die Adresse, die Toilette
woorden die eindigen op -heit, -keit, -schaft, -ung: die Zeitung, die Freundschaft
Onzijdig (das): het-woorden in het Nederlands: das Pferd, das Lied