6.4. Märchen

6.4. Das Märchen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

6.4. Das Märchen

Slide 1 - Slide

Wie geht es dir heute?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Was machen wir heute?
Doel van deze les LessonUp: 
Je beschikt over informatie over de ontstaansgeschiedenis van de Duitse sprookjes. Je kan teksten hierover begrijpen.

Slide 3 - Slide

Wat is de juiste vertaling van: het sprookje?
A
ein Märchen
B
die Märchens
C
das Märchen
D
das Marchen

Slide 4 - Quiz

Noem zes Duitse woorden die te maken hebben het onderwerp "Märchen"

Slide 5 - Mind map

Wat precies is een sprookje? Hoe zou je een sprookje beschrijven? (Denk aan: hoofdpersonen, verhaallijn)

Slide 6 - Open question

der Froschkönig
Hänsel 
und Gretel
Rotkäppchen
Aschenputtel

Slide 7 - Drag question

Hoe begint een Duits sprookje altijd?

Er was eens....
Tekst
A
Und dann war da...
B
Dies ist die Geschichte...
C
Vor langer, langer Zeit...
D
Es war einmal...

Slide 8 - Quiz

1806 publiceerden de twee broers Wilhelm en Jacob Grimm voor het eerst een bundel met "Kinder- und Volksmärchen". Waar baseerden zij hun verhalen op?
A
Uitsluitend op mondelinge verhalen die door "gewone mensen" aan elkaar werden verteld.
B
Ze herschreven verhalen die ze in boeken hadden gelezen.
C
Ze brachten verhalen uit boeken en mondelinge verhalen bij elkaar en maakten er één geheel van
D
Ze verzonnen de verhalen zelf.

Slide 9 - Quiz

In de sprookjes van de Grimm broers worden de...
A
...levensverhalen van de betrokken personen opgetekend.
B
...samenstelling van de maatschppij in sociale standen zoals "de boeren", "de edellieden" beschreven.
C
...ook de antieke mythen beschreven.
D
...ook Bijbelverhalen opgenomen.

Slide 10 - Quiz

De sprookjesverzameling van de twee Grimm broers, gepubliceerd in 1806 is ook de basis voor....
A
...het script van Star Wars, geschreven door G. Lucas.
B
...veel Nederlanse sprookjes & de verfilmingen van Walt Disney.
C
...voor "Harry Potter" van Joanne Rowling.
D
...het boek "De Hobbit" van J.R.R. Tolkien.

Slide 11 - Quiz

Wat wordt met deze stelling bedoelt? De personen die in een sprookje voorkomen zijn "typische sprookjesfiguren".

A
De figuren hebben heel eenzijdige, herkenbare eigenschappen. Ze zij of "goed" of "slecht".
B
De figuren in een sprookje hebben echt geleefd.
C
De figuren zijn tijdloos en spreken daarom iedereen aan.
D
De figuren in een sprookjes zijn heel complex en onvoorspelbaar.

Slide 12 - Quiz

Lese das Märchen
Es waren einmal zwei Kinder: Hänsel und Gretel. Die Familie ist arm und hat nichts zu essen. Darum werden von ihrer Stiefmutter im Wald ausgesetzt. Hänsel lässt Steine fallen, um den Weg zurück nach Hause zu finden. Beim zweiten Mal benutzt er Brotkrumen aber die Vögel fressen sie auf. So finden sie den Weg nicht mehr zurück.  Sie finden aber im Wald ein Haus aus Süßigkeiten. Im diesem Haus wohnt eine Hexe....






.

Slide 13 - Slide

Je hebt net een stukje van het sprookje Hänsel & Gretel gelezen. Op welk punt stopt het verhaal?
A
Hänsel und Gretel zijn de weg kwijt in het bos
B
Hänsel is door de heks gevangen genomen.
C
Ze zijn ontsnapt, hebben het goud meegenomen en gaan naar huis.
D
Hänsel und Gretel vinden het huisje vol snoep van de heks in het bos.

Slide 14 - Quiz

Als je het niet weet, dan lees er overheen: Maar welke maatschappelijke thema's van de 19de eeuw worden in sprookjes gethematiseerd?
A
honger, oorlog, kinderarbeid
B
discriminatie
C
racisme
D
milieuschade

Slide 15 - Quiz

der Wald
tauschen
die Brüder
Die Geschichte erfinden
vielleicht
die Sprache
het bos
ruilen
de broers
Het verhaal verzinnen
misschien
de taal

Slide 16 - Drag question

Vertaal het begin van dit verhaal in het Nederlands:
Hänsel und Gretel leben mit ihrem Vater und ihrer Stiefmutter. Die Familie ist sehr arm und hat nicht genug zu essen. Die Stiefmutter sagt: "Wir müssen Hänsel und Gretel in den Wald bringen und dort lassen." Hänsel hört das und sammelt weiße Steine. Er lässt die Steine auf den Weg fallen, als sie in den Wald gehen. So finden Hänsel und Gretel den Weg nach Hause.

Slide 17 - Open question

Vertaal de titels in het Nederlands. Trek dan de conclusie: Welke titel kan GEEN Duits sprookje zijn?
A
Die goldene Gans
B
Hans im Glück
C
Thomas und das Fahrrad
D
Der Froschköning

Slide 18 - Quiz

Ik weet nu meer over de achtergrond van sprookjes
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll