This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 1 min
Items in this lesson
Quiz literarische Texte
Slide 1 - Slide
tijdpad
woensdag 19 februari
29.01- Sage en Legende
31.01 07.02 deadline inleveren reclamefilmpje
05.02 Akrostichon en afronden achterstanden
12.02 uitval
18.02 inleveren eigen sprookjes ( hulpmiddel toets)
19.02 toets
Slide 2 - Slide
hulpmiddelen toets
Jouw gelezen teksten met markeringen en bijgeschreven Nederlandse vertalingen.
ZONDER BIJGESCHREVEN THEORIE ( KENMERKEN)
inleveren op dinsdag 18 februari
Slide 3 - Slide
invulling lestijd
Optie 1:
volledig zelfstandig
De groene slides bevatten de opdrachten die jij kunt doen om je voor te bereiden.
deadline inleveren reclamefilmpje 07.02
invulling lestijd
Optie 2:
- eerst samen stof herhalen door quiz
- vervolgens zelfstandig werken
Slide 4 - Slide
De figuren in een sprookje zijn vaak stereotypen/ worden gekenmerkt door 1 karaktertrek. Noem een stereotype uit het sprookje Sneeuwwitje.
Slide 5 - Open question
Wat is het belang van de gebroeders Grimm voor de Duitstalige literatuur?
Slide 6 - Open question
Welke uitspraak vind je NIET passen bij de fabel der Löwe und der Bär?
A
Wie het laatst lacht, lacht het beste
B
waar 2 vechten om een been, loopt de derde ermee heen.
C
Sluwheid is beter dan kracht.
D
Wie wat bewaart, die heeft wat.
Slide 7 - Quiz
Der Rattenfänger von Hameln aan welk kenmerk van een sprookje voldoet deze titel niet?
A
unbestimmte Zeit- und Ortsangabe
B
namenlose Märchengestalten
Slide 8 - Quiz
Am Rande eines großen Waldes wohnte ein armer Holzhacker mit seiner Frau und seinen zwei Kindern, Hänsel und Gretel. Sie waren so arm, dass sie oft nichts zu essen hatten.
Welke sprookjeselement wordt hier NIET gebruikt?
A
a. unbestimmte Zeit- und Ortsangabe
B
namenlose Märchengestalten
Slide 9 - Quiz
Noem een belangrijk verschil tussen een sprookje en een sage
Slide 10 - Open question
Wat is een belangrijk verschil tussen een legende en een sage
A
goede daad
B
bevat waarheid
C
heilig persoon
Slide 11 - Quiz
Is dit voorbeeld een acrostichon? Heerlijk Helder Heineken