This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat is een individu?
A
Een levensloop
B
Elk apart organisme
C
Een levenscyclus
D
Er ontstaan nakomelingen.
Slide 1 - Quiz
zet de onderdelen van groot naar klein
1 is het grootst en 4 is het kleinst
1
Groot
2
3
4
Klein
orgaanstelsels
weefsels
organen
cellen
Slide 2 - Drag question
Bij welke organismen komt het levenskenmerk 'uitscheiden' voor?
A
Alleen bij dieren en planten
B
Alleen bij planten
C
Bij alle organismen
Slide 3 - Quiz
Piet ziet een hond rennen. Ziet Piet een levenskenmerk bij deze hond?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quiz
In de afbeelding is een microscopische tekening te zien van een deel van een plant. Stelling 1. In deze tekening zijn meerdere cellen te zien. Stelling 2. In deze tekening is slechts één weefsel te zien.
A
Beide stellingen zijn juist.
B
Alleen stelling 1 is juist.
C
Alleen stelling 2 is juist.
D
Geen van beide stellingen is juist.
Slide 5 - Quiz
In de afbeelding is een bladcel afgebeeld. Welke onderdelen van deze plantaardige cel komen ook bij dierlijke cellen voor? ...(1)....
A
1, 2 en 5.
B
1, 4 en 5.
C
2, 3 en 6.
D
2, 5 en 6.
Slide 6 - Quiz
In de afbeelding is een orgaan van een mens getekend. Tot welk organenstelsel behoort dit orgaan?
A
Tot het beenderstelsel.
B
Tot het bloedvatenstelsel.
C
Tot het verteringsstelsel.
D
Tot het zenuwstelsel.
Slide 7 - Quiz
Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functie(s) noem je een
A
Orgaan
B
Orgaanstelsel
C
Organisme
D
Weefsel
Slide 8 - Quiz
Hoe noem je een aantal organen die samen een functie hebben?
A
Organisme
B
Organen
C
Organenstelsel
Slide 9 - Quiz
Hoeveel chromosomen heeft de mens?
A
43
B
23
C
48
D
46
Slide 10 - Quiz
Waaruit bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Weefsel
C
Cellen
D
Celkern
Slide 11 - Quiz
Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
Slide 12 - Quiz
gewone celdeling heet ook wel:
A
mitose
B
meiose
Slide 13 - Quiz
Hoeveel chromosomen bevat elke dochtercel na een gewone celdeling bij een mens?
A
1
B
2
C
23
D
46
Slide 14 - Quiz
Sleep de organen naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Hart
Bloedvaten
Neus
Lever
Maag
Longen
Darmen
Slide 15 - Drag question
Zet op volgorde
Celdeling
Kerndeling
Spiralisatie
Kopiëren van chomosomen
Plasmagroei
Slide 16 - Drag question
Slide 17 - Slide
Wanneer zijn chromosomen zichtbaar?
A
Altijd
B
Alleen in spermacellen en eicellen
C
Wanneer cellen delen
D
Wanneer cellen in rust zijn
Slide 18 - Quiz
Een mens heeft 46 chromosomen. Hoeveel chromosomen krijgt iemand van zijn/haar moeder?