Politieke partijen en politieke stromingen

Politieke partijen en politieke stromingen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Politieke partijen en politieke stromingen

Slide 1 - Slide

Als een politicus verkiesbaar is heet dat:
A
passief kiesrecht
B
actief kiesrecht
C
algemeen kiesrecht
D
geheime verkiezingen

Slide 2 - Quiz

Je moet de zwakkeren beschermen.
Is dit een idee van linkse of rechtse politieke partijen?
A
Links
B
Rechts

Slide 3 - Quiz

Welke uitspraak is progressief
A
Softdrugs mogen niet meer worden verkocht
B
XTC moet legaal worden

Slide 4 - Quiz

"Belasting op vlees moet omhoog, zodat minder mensen vlees eten"
A
Progressief
B
Conservatief

Slide 5 - Quiz

Met het idee van 'gespreide verantwoordelijkheid' bedoelen christendemocraten dat de verantwoordelijkheid
A
gedeeld wordt door overheid, burgers en maatschappelijke organisaties
B
gedeeld wordt door alle politieke partijen
C
bij individuele burgers ligt
D
niet bij de overheid ligt

Slide 6 - Quiz

Welke politieke stroming is voor ingrijpen van de overheid in de economie?
A
Liberalisme
B
Christendemocratie
C
Sociaaldemocratie
D
Ecologisme

Slide 7 - Quiz

Bij welke politieke stroming horen de partijen.
Sleep het plaatje naar het juiste hokje.
Liberalisme
Christen-democratie
Sociaal-democratie

Slide 8 - Drag question

'Nederland moet minder immigranten toelaten'

Bij welke politieke stroming hoort deze uitspraak?
A
sociaal democraten
B
liberalen
C
christen democraten

Slide 9 - Quiz

Welke politieke stroming vindt dat je criminaliteit vooral moet oplossen met repressieve maatregelen?
A
liberalen
B
sociaal-democraten
C
Christen-democraten

Slide 10 - Quiz

In welke politieke stroming zijn economische en persoonlijke vrijheid het belangrijkst?
A
De christen-democratie
B
De sociaal-democratie
C
Het liberalisme
D
Alle stromingen.

Slide 11 - Quiz

Komt de volgende uitspraak van een linkse of van een rechtse partij?
“Jongeren moeten zelf zorgen voor een plek waar ze kunnen ‘hangen’

A
Rechtse
B
Linkse

Slide 12 - Quiz

Lees de tekst.

Welke politieke stroming past het beste bij de tekst?
A
de christendemocratische stroming
B
de liberale stroming
C
de sociaaldemocratische stroming
D
de rechts-extremistische stroming

Slide 13 - Quiz

Bij welke politieke stroming hoort het begrip rentmeesterschap?
A
sociaal-democratie
B
liberalisme
C
Christen-democratie
D
Populisme

Slide 14 - Quiz

We kennen in Nederland verschillende politieke stromingen. Welke partij hoort tot de ecologische stroming?
A
D66
B
PvdA
C
VVD
D
GroenLinks

Slide 15 - Quiz