4m - taalverzorging

Formuleren 
Contaminatie = een verhaspeling - je vermengt ten onrechte twee of meer woorden, woordgroepen of uitdrukkingen. 
Tautologie = je zegt tweemaal hetzelfde met verschillende woorden (zelfde woordsoort) 
Pleonasme = je benadrukt een eigenschap van een woord of woordgroep terwijl dit overbodig is. 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Formuleren 
Contaminatie = een verhaspeling - je vermengt ten onrechte twee of meer woorden, woordgroepen of uitdrukkingen. 
Tautologie = je zegt tweemaal hetzelfde met verschillende woorden (zelfde woordsoort) 
Pleonasme = je benadrukt een eigenschap van een woord of woordgroep terwijl dit overbodig is. 

Slide 1 - Slide

'De conrector zou dat wel even nachecken' is een ...
A
contaminatie
B
tautologie
C
pleonasme

Slide 2 - Quiz

'Volgens mijn mening' is een ...
A
contaminatie
B
tautologie
C
pleonasme

Slide 3 - Quiz

'Er is een pak van mijn schouder gevallen' is een ...
A
contaminatie
B
tautologie
C
pleonasme

Slide 4 - Quiz

Dat is een vaste standaarduitdrukking' is een ...
A
contaminatie
B
tautologie
C
pleonasme

Slide 5 - Quiz

'In de kerstvakantie viel een dik pak witte sneeuw.' is een ...
A
contaminatie
B
tautolgie
C
pleonasme

Slide 6 - Quiz

'ronde cirkel' is een ...
A
contaminatie
B
tautologie
C
pleonasme

Slide 7 - Quiz

'naar beneden dalen' is een ...
A
contaminatie
B
tautologie
C
pleonasme

Slide 8 - Quiz

Volgesn Peter ben ik heel wat sportiever ...
A
dan hij
B
dan hem
C
als hij
D
als hem

Slide 9 - Quiz

Thom is ook na de zomer lang niet zo bruin ...
A
dan hij
B
dan hem
C
als hij
D
als hem

Slide 10 - Quiz

Die nieuwe single is lang niet zo spectaculair ... haar vorige.
A
als
B
dan

Slide 11 - Quiz

Abba heeft volgens haar heel wat meer cd's gemaakt .... The Stones.
A
als
B
dan

Slide 12 - Quiz

eindreim en alliteratie 

Slide 13 - Slide

Die wiskundeleraar leerde ons: meten is ...
A
goed
B
meer
C
weten
D
keten

Slide 14 - Quiz

Toen ik voor het eerst in dit dorp was, wist ik hier heg nog ...
A
weg
B
steg
C
pech
D
blad

Slide 15 - Quiz

Toen zij ons belden dat ze verdwaald waren, zaten wij al hoog en ... in ons hotel.
A
boog
B
uitgeslapen
C
geloof
D
droog

Slide 16 - Quiz

Een scheve ... rijden
A
voet
B
schaats
C
auto
D
fiets

Slide 17 - Quiz

Praten over koetjes en ...
A
kalfjes
B
biggetjes
C
stieren
D
katten

Slide 18 - Quiz

Wat betekent 'duizend doden sterven'?
A
Heel bang zijn
B
helemaal kapot maken
C
in zijn geheel
D
iets doen wat niet mag of wat niet hoort

Slide 19 - Quiz

Wat betekent: Door schade en schande wijs worden?
A
zonder strijd, zonder meer
B
alles is geregeld
C
het is helemaal af
D
leren van je fouten en mislukkingen

Slide 20 - Quiz

verwijswoorden
de woorden --> die/deze (of m/v --> haar/zijn) 
het woorden --> dit/dat of het 
wat --> na (n)iets, alles, dagene of een hele zin
bij personen verwijs je met 'wie' --> van wie, met wie enz. 
Let op bij woorden die altijd enkelvoud zijn: de jeugd, de politie, het team, de vereniging enz. 


Slide 21 - Slide

De schilder .... Luuk is geïnspireerd, is Monet.
A
door wie
B
waardoor

Slide 22 - Quiz

Het meisje ... in de sportschool werkt.
A
die
B
dat
C
wat
D
wie

Slide 23 - Quiz

Dat is de website ... Winston de moderator is.
A
van wie
B
waarvan

Slide 24 - Quiz

.... kist hier wordt de ideeënbus.
A
Die
B
Dit
C
Deze
D
Dat

Slide 25 - Quiz

Mijn ..., waarvoor dat warme truitje is, staat echt alles.
A
buurvrouw
B
baby
C
zusje
D
hond

Slide 26 - Quiz

De leraren geven één dag geen les, omdat ... een studiedag hebben.
A
hun
B
zij

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Video

Mijn zus heeft een nog lichtere fiets gekocht ...
Mieke kan net zo hoog zingen ... 
Moos traint wel twee keer zo lang voor de halve marathon ... 
Sophie is nog veel gespierder ...
Schaatst Sven Kramer sneller ...?
als ik
dan ik
als mij

Slide 29 - Drag question