de woorden --> die/deze (of m/v --> haar/zijn)
het woorden --> dit/dat of het
wat --> na (n)iets, alles, dagene of een hele zin
bij personen verwijs je met 'wie' --> van wie, met wie enz.
Let op bij woorden die altijd enkelvoud zijn: de jeugd, de politie, het team, de vereniging enz.