This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Wat is maatschappijleer?
2324
Welkom 4m!
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Samenleven
Maatschappijleer gaat over de samenleving
Samen - leven in grote en kleine groepen
De kleine groep mensen in je omgeving die je regelmatig ziet noemen we: sociale omgeving
Samenleven doen we ook een grotere groep, dat heet de maatschappij
Mensen zijn afhankelijk van elkaar: school, winkels, je sociale omgeving
Omdat mensen met miljoenen samenleven én omdat we afhankelijk zijn van anderen, moeten er afspraken zijn
bepaalde basiskennis van de samenleving is dus belangrijk
Slide 3 - Slide
Maatschappijleer:
1 uur in de week
3 perioden
elke toetsweek 1 toets
eindcijfer = examencijfer
grote herkansing na TW3
Studiewijzers in Som
Periode 1: H1 par 2 t/m 4 en H3 helemaal
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van paragraaf 1.2 kun je ...
1. de vier verschillende soorten bindingen benoemen (met voorbeeld)
2. in eigen woorden uitleggen wat we bedoelen met sociale cohesie
3. in eigen woorden uitleggen wat we bedoelen met polarisatie
Slide 5 - Slide
Bedenk wat er met deze statements wordt bedoeld: (3min)
Slide 6 - Slide
Welke vier soorten bindingen zijn er?
GEVOEL
ECONOMIE
KENNIS
POLITIEK
In de samenleving zijn we afhankelijk van elkaar. Je hebt met verschillende mensen, verschillende soorten bindingen.
Slide 7 - Slide
Oefenen- Klassikaal zelfstandig
Kun je een voorbeeld bedenken per bindingssoort?
Slide 8 - Slide
Economische binding?
Slide 9 - Mind map
Kennisbinding?
Slide 10 - Mind map
Gevoelsbinding?
Slide 11 - Mind map
Politieke binding?
Slide 12 - Mind map
Slide 13 - Slide
Heb je meestal meerdere bindingen of maar een binding met een persoon?
Slide 14 - Open question
VB: Kleedgeld moeder
Situatie: Je krijgt kleedgeld van je moeder
Meerdere bindingen, omdat:
Je hebt een gevoelsbinding (je hebt een emotionele band met je moeder). Een economische binding (Je krijgt kleedgeld). En een kennisbinding (Je leert hoe je met geld moet omgaan).
Slide 15 - Slide
We zijn afhankelijk van elkaar!
Wat is sociale cohesie?
Sociale cohesie is dat mensen het gevoel hebben dat ze bij elkaar horen.
Je bent onderling verbonden met elkaar. Dit kan door iets positiefs of iets negatiefs.
Bijvoorbeeld:
op koningsdag
tijdens het Suikerfeest
tijdens de coronacrisis
Slide 16 - Slide
Wat is
polarisatie?
Polarisatie: tegenstellingen tussen twee groepen zijn zo groot dat het problemen oplevert.
Bijvoorbeeld:
- In Rotterdam lopen met een Ajax-shirt.
in tijden van crisis ontstaat er eerder polarisatie.
Slide 17 - Slide
Wat is
"Wij" tegenover "zij?
Een "wij" gevoel is belangrijk voor de maatschappij. We voelen ons samen verbonden.
Komt er een "wij" en "zij" gevoel? Dan zijn groepen minder met elkaar verbonden.
bijvoorbeeld:
culturen en geloven
tussen landen
Slide 18 - Slide
Verdiepingsopdracht:
Bekijk de twee fragmenten.
-Leg uit op welke manier sociale cohesie naar visueel wordt gemaakt in het eerste fragment.
-Leg uit hoe in het tweede fragment polarisatie aan het begin van de video zichtbaar is en op welke manier het doorbroken wordt.
-Is er aan het einde van het tweede fragment sprake van polarisatie? Leg uit waarom wel/niet.
Slide 19 - Slide
Zelfstandig:
maak vraag 6,7 en 8 (1.2)
timer
10:00
Slide 20 - Slide
Leerdoelen 1.3
Aan het einde van deze paragraaf kun je...
In eigen woorden uitleggen wat de kernbegrippen van maatschappijleer zijn en inhouden
Weet je waarom je die kernbegrippen nodig hebt
Slide 21 - Slide
Kernbegrippen
Waarden en normen
Belangen/ belangentegenstelling
Macht
Sociale ongelijkheid
Slide 22 - Slide
LET OP!
Al deze begrippen zijn extreembelangrijk bij het vak maatschappijleer.
De begrippen komen ieder hoofdstuk weer terug!
Slide 23 - Slide
Waarden & normen:
Waarden zijn principes die je belangrijk vindt in het leven.
*eindigen vaak op -heid
* zijn altijd positief
Normen zijn regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen.
*horen altijd bij een waarden
Slide 24 - Slide
Welke belangen hebben scholieren?
Slide 25 - Mind map
Macht:
Macht: de mogelijkheid om het (denk)gedrag van anderen te beïnvloeden.
Machtsmiddelen: de middelen waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden.
Slide 26 - Slide
Machtsmiddelen:
Functie of beroep
Kennis en vaardigheden
Aanzien en status
Overtuigingskracht
Aantal mensen dat gezamenlijk iets wil
Toegang tot de media
Toegang tot invloedrijke mensen of politici
Het gebruik van geweld
Slide 27 - Slide
Stelling: Iedereen heeft dezelfde kansen in onze samenleving
Eens
Oneens
Slide 28 - Poll
sociale ongelijkheid
niet iedereen heeft dezelfde kansen in de samenleving
Slide 29 - Slide
Zelfstandig werken
1.3 maak opdracht 8, 9, 11 en 14
Maak de samenvatting en de begrippenlijst op bladzijde 16 en 17 van paragraaf 1,2 en 1,3
Heb jij de leerdoelen van paragraaf 1,2 en 1,3 gehaald?