2B - 6.1 Soorten krachten
Newton
Je koopt een kilo appels. In het dagelijks leven zeg je: “Het gewicht van de appels is 1 kilo.” Bij natuurkunde zeg je: “De massa van de appels is 1 kilogram.” Massa is een hoeveelheid. Massa geef je aan in gram (g). Voor grotere massa’s gebruik je kilogram (kg).
De massa van de appels kun je voelen door de zwaartekracht. Als je de appels optilt, voel je het gewicht van de appels. Gewicht is een ander woord voor zwaartekracht met eenheid Newton. Newton kort je af met N.
Een voorwerp met een massa van 1 kg heeft een zwaartekracht van 10 N.
Reken maar na: 1 kg = 1000 g = 10 × 100 g.
Dus de zwaartekracht van een massa van 1 kg = 10 × 1kg = 10 N.