Je hangt een gewicht aan een krachtmeter. Door welke kracht rekt de krachtmeter uit?
A
Veerkracht
B
Zwaartekracht
C
Magnetische kracht
D
Mechanische kracht
Slide 32 - Quiz
Een veer kan slap of stug zijn. Wat kun je zeggen over slappe veren?
A
Slappe veren rekken moeilijker uit dan stugge veren.
B
Slappe veren rekken makkelijker uit dan stugge veren.
C
Slappe veren rekken net zo makkelijk uit als stugge veren.
D
Slappe veren rekken net zo moeilijk uit als stugge veren.
Slide 33 - Quiz
De bovenste magneet zweeft boven de onderste magneet. Dan is:
A
1 een Noordpool;
2 een Zuidpool
B
1 een Zuidpool;
2 een Noordpool
C
1 een Noordpool;
2 een Noordpool
D
1 een Zuidpool;
2 een Zuidpool
Slide 34 - Quiz
Wat voor een kracht oefent een trampoline uit?
A
Spankracht
B
Zwaartekracht
C
Veerkracht
D
Spierkracht
Slide 35 - Quiz
Als je de kracht op een spiraalveer verdubbelt:
A
wordt de lengte van de veer 2x zo groot
B
wordt de uitrekking van de veer 2x zo groot
C
wordt de lengte van de veer 4x zo groot
D
wordt de uitrekking van de veer 4x zo groot
Slide 36 - Quiz
Je gaat een kracht meten van ongeveer 4,5 N welke meter neem je dan
A
1 N
B
3 N
C
5 N
D
10 N
Slide 37 - Quiz
Hoe groot is de zwaartekracht op een voorwerp van 1 kg?
A
0,1 N
B
10 000 N
C
10 N
D
100 N
Slide 38 - Quiz
Jaap tekent een krachtenpijl van 5 cm. Hij zet er bij: 1 cm = 10 N. Hoe groot is de kracht die Jaap met zijn pijl aangeeft?
A
1 N
B
5 N
C
10 N
D
50 N
Slide 39 - Quiz
massa en gewicht zijn hetzelfde
A
waar
B
niet waar
Slide 40 - Quiz
Wat is de eenheid van zwaartekracht?
A
Kg
B
Newton per kilogram
C
Newton
D
Volt
Slide 41 - Quiz
Het blokje heeft een massa van 350 g. Hoe groot is de zwaartekracht?
A
0,35 N
B
3,5 N
C
35 N
D
3500 N
Slide 42 - Quiz
Astronaut André (massa 80 kg) bevindt zich op de maan. Hij gaat op één been staan. De sterkte van de zwaartekracht op de maan is 1,6 N/kg. Welke uitspraak is – natuurkundig gezien – het meest juist?
A
Het gewicht van André is 80 kg
B
Het gewicht van André is 50 kg
C
Het gewicht van André is 64 N
D
Het gewicht van André is 128 N
Slide 43 - Quiz
Wat is de nettokracht?
A
186 N naar links
B
8360 N naar rechts
C
1,45 N naar rechts
D
34 N naar links
Slide 44 - Quiz
7. Als ik een fruitschaal op een bureaublad plaats dan duwt deze fruitschaal het bureaublad een heel klein beetje in. de kracht die hier door ontstaat noemen we de normaalkracht. Welke uitspraak is juist?
A
De normaalkracht maakt evenwicht met de zwaartekracht zodat de fruitschaal op zijn plaats blijft staan.
B
De zwaartekracht werkt in dezelfde richting als de normaalkracht en zet zo de fruitschaal op zijn plaats.
C
De normaalkracht maakt geen evenwicht met de zwaartekracht zodat de fruitschaal op zijn plaats blijft staan.
D
De zwaartekracht en normaalkracht kan ik bij elkaar optellen, zo kan ik het gewicht van de fruitschaal bepalen.