Schooltaalwoorden

Schooltaalwoorden
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Schooltaalwoorden

Slide 1 - Slide

Waarom moeten wij hierover leren mevrouw?

Geef op de volgende slide redenen waarom je schooltaalwoorden moet leren. 

Waarom is deze leerinhoud belangrijk voor je schoolloopbaan, maar ook voor je latere leven?

Slide 2 - Slide

schooltaalwoorden
...het nut...

Slide 3 - Mind map

Ronde 1
Welk schooltaalwoord werd weggelaten?

Slide 4 - Slide

Als je het ……….. niet onmiddellijk vermindert, schakel ik de stroom uit!
Het ………. van zijn auto is echt te klein.


Slide 5 - Open question

volume
Als je het ……….. niet onmiddellijk vermindert, schakel ik de stroom uit!
--> de sterkte van het geluid


Het ………. van zijn auto is echt te klein.
--> de totale inhoud van iets


Slide 6 - Slide

Welke …………. heeft zij op die school?

Leg mij de …………… van die app eens uit.

Slide 7 - Open question

functie
Welke …………. heeft zij op die school?
--> opdracht, taak

Leg mij de …………… van die app eens uit.
--> de werking
--> waarvoor het dient

Slide 8 - Slide

Zoek met behulp van de ……… de hoofdstad op de kaart.

Ken je de …………. van de bloedende rots?

Slide 9 - Open question

legende
Zoek met behulp van de ……… de hoofdstad op de kaart.
--> de verklaring van de gebruikte symbolen

Ken je de …………. van de bloedende rots?
--> Een verhaal dat mensen vertellen, maar dat waarschijnlijk niet echt gebeurd is.

Slide 10 - Slide

Hoe …………. ik een krultang?

Slide 11 - Open question

hanteer
Hoe …………. ik een krultang?
--> iets op een bepaalde manier gebruiken

Slide 12 - Slide

Het ijs is nog te ………….. .
Hoe …… reed je met je fiets?
Kijk eens hoe …….. het sneeuwt!

Slide 13 - Open question

hard
Het ijs is nog te ………….. .
--> niet (goed) in te drukken
 <- -> zacht
Hoe …… reed je met je fiets?
--> snel
Kijk eens hoe …….. het sneeuwt!
--> fel, krachtig




Slide 14 - Slide

Ronde 2
Welk schooltaalwoord beeldt de leerling vooraan uit?

Slide 15 - Slide

twijfelen
- aarzelen
- twijfel = een gevoel van onzekerheid

Slide 16 - Slide

verticaal
van boven naar beneden of omgekeerd
<- -> horizontaal

Slide 17 - Slide

Ronde 3
Verbind een schooltaalwoord met de juiste betekenis.

Slide 18 - Slide

de theorie 
veilig
zichtbaar
via
volgend
zeker
zonder gevaar

over, langs // 
met behulp van

geheel van ideeën en regels rond een bepaald thema
waarneembaar, duidelijk merkbaar

wie/wat nadien komt
waar je niet aan twijfelt

Slide 19 - Drag question

behalve
evalueren
gelukkig
het resultaat 
gemeenschappelijk
de presentatie 
spannend
de voorstelling
blij en tevreden //
wanneer het je meezit
beoordelen
uitgezonderd //
buiten, naast 
boeiend, 
opwindend 
de uiteindelijke opbrengst, 
de uitslag
samen, van iedereen,
gezamenlijk 

Slide 20 - Drag question