herhaling water

Herhaling
Hoofdstuk 3 3.1 t/m 3.6
1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling
Hoofdstuk 3 3.1 t/m 3.6

Slide 1 - Slide

Paragraaf 3.1

Slide 2 - Slide

De overgang van water als ijs naar vloeibaar water, noemen we ...
A
Verdamping
B
Condensatie
C
Smelten
D
Stollen

Slide 3 - Quiz

De overgang van vloeibaar water naar water in de vorm van gas, noemen we ...
A
Verdamping
B
Condensatie
C
Smelten
D
Stollen

Slide 4 - Quiz

De overgang van water als gas naar vloeibaar water, noemen we ...
A
Verdamping
B
Condensatie
C
Smelten
D
Stollen

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide


Hoeveel procent van het aardoppervlak bestaat uit water?
A
40% water, 60% land
B
50% water, 50% land
C
60% water, 40% land
D
70% water, 30% land

Slide 7 - Quiz

Hoeveel % van het water op de wereld is zoet?
A
2,5%
B
5%
C
7,9%
D
10,4%

Slide 8 - Quiz

Hoeveel % van het zoete water is toegankelijk voor de mens?
A
1%
B
7%
C
9%
D
11%

Slide 9 - Quiz

Het meeste water op aarde is …………............ Voor drinkwater zijn wij aangewezen op ……………  
Vloeibaar zoet water kun je indelen in:  
1............................
2............................
Zoet water komt ook voor in vaste vorm. Water zit dan opgeslagen in:
1...............................
2...............................  
zoet water
zout water
grondwater
oppervlaktewater
gletsjer
landijs

Slide 10 - Drag question

Paragraaf 3.2

Slide 11 - Slide

De hoeveelheid water die een gebied binnenkomt en uitgaat, noem je ...
A
Waterbalans
B
Nuttige neerslag
C
Waterkringloop

Slide 12 - Quiz

Al het water in de grond is vernieuwbaar water. Goed of fout?
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz

Water in een aquifer is een voorbeeld van niet-vernieuwbaar water.
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Paragraaf 3.3

Slide 16 - Slide

Hoeveel procent van de wereldbevolking woont aan rivieren/de kust?
A
50%
B
60%
C
70%
D
80%

Slide 17 - Quiz

Wat hoort hier NIET tussen?
A
Het versterkte broeikaseffect verminderen
B
Een vestigingsbeleid waarbij mensen zo veel mogelijk geweerd of verplaats worden uit risicogebieden.
C
Drinkwater en voedsel veiligstellen na eventuele overstromingen
D
Ruimte voor de rivier maken

Slide 18 - Quiz

Paragraaf 3.4

Slide 19 - Slide

Welke kleur op de kaart geeft een groot watertekort aan?
A
Rood
B
Oranje
C
Blauw
D
Wit/geel

Slide 20 - Quiz

Er is in een gebied te weinig geïnvesteerd in om het wel aanwezige water bij de bewoners te brengen.
A
Fysiek watertekort
B
Naderend watertekort
C
Economisch watertekort

Slide 21 - Quiz

Paragraaf 3.5

Slide 22 - Slide

Welke polders hebben te maken met inklinking?
A
zeepolder
B
veenpolder
C
droogmakerij

Slide 23 - Quiz

In het boek worden 4 polders beschreven. Welk van deze 4 polders is nog niet benoemd?

Slide 24 - Open question

Paragraaf 3.6

Slide 25 - Slide

Winterbed
Buitendijks
Zomerbed
Binnendijks
Uiterwaarde
Zomerdijk
winterdijk

Slide 26 - Drag question

Winterdijk
Uiterwaarde
Zomerdijk
Buitendijks
Binnendijks
Winterbed
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst

Slide 27 - Drag question

Benoem de drie stappen uit het drietrapsstrategie

Slide 28 - Open question