Paragraaf 7.3: leestekens: dubbele punt en aanhalingsteken

Paragraaf 7.3: leestekens: dubbele punt en aanhalingstekens
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Paragraaf 7.3: leestekens: dubbele punt en aanhalingstekens

Slide 1 - Slide

Opstart:
Wat weet je al over leestekens? 
Je leert leestekens op een goede manier gebruiken
punt, komma, dubbele punt, aanhalingstekens
wat gebruik je wanneer?
check
Cursus 7 paragraaf 3 opdracht 
Hebben we alle doelen behaald?
Afmaken opdrachten

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

Je leert leestekens op een goede manier gebruiken

Slide 3 - Slide

Voorkennis
Wat weet je al over aanhalingstekens?

Wanneer gebruik je ze?

Slide 4 - Slide

Woord van de week

1. betekenis
2. zin maken

Slide 5 - Slide

Instructie leestekens

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

2 opties

Slide 9 - Slide

Controleren lesdoel

Je leert aanhalingstekens en dubbele punten op een goede manier gebruiken


Slide 10 - Slide

Vragen?

Slide 11 - Slide

Hij vertelde zwemmen is mijn hobby
Welke leestekens moet je hier invullen?
A
, .
B
, " . "
C
, " " .
D
, . "

Slide 12 - Quiz

In welke zin staan de aanhalingstekens op de juiste plaats?
A
De badmeester zei: "Ga niet zonder diploma in het diepe bad."
B
"Ga niet zonder diploma het zwembad in," zei de badmeester.
C
De badmeester zei: "Ga niet zonder diploma in het diepe bad".

Slide 13 - Quiz

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?
A
Als iets letterlijk gezegd wordt
B
Als je een naam van een ding benoemt
C
Als er nadruk ligt op het woord
D
Alle bovenstaande

Slide 14 - Quiz

Aan het werk

Cursus 7 paragraaf 3
 opdr. 1-4 en 6

Klaar? Je gaat een nieuw leesboek uitzoeken voor boek 3


timer
15:00

Slide 15 - Slide

Hebben we alle doelen behaald?

Je leert leestekens op een goede manier gebruiken

Wat is nog moeilijk?
Wat gaat al goed?

Slide 16 - Slide

Huiswerk

Afmaken opdrachten paragraaf 3 --> morgen

Slide 17 - Slide