zwakke ww verl tijd

Spelling zwakke werkwoorden
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling zwakke werkwoorden

Slide 1 - Slide

zwakke werkwoorden 
Lesdoel: aan het einde van de les kunnen we  zwakke werkwoorden in de verleden tijd in een zin schrijven.

Slide 2 - Slide

Zwakke werkwoorden
Werkwoorden kun je ook in de verleden tijd zetten. Twee vormen
  1. Sterke werkwoorden   -> verandert van klank (lopen -> liep)
  2. Zwakke werkwoorden 
Zwakke werkwoorden zijn te zwak om zichzelf helemaal te veranderen. Zij krijgen in de verleden tijd -de(n) of -te(n) achter de stam. 

Slide 3 - Slide

Zwakke werkwoorden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

                                                  Maken opdracht 1 tot en met 3 blz . 41
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Een zwak werkwoord...
A
krijgt in de verleden tijd +te(n) of +de(n)
B
krijgt in de tegenwoordige tijd +te(n) of +de(n)

Slide 7 - Quiz

Is
GEVEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Wat is een zwak werkwoord?
A
slapen
B
meten
C
durven
D
schieten

Slide 9 - Quiz

Een zwak werkwoord...
A
verandert niet van klank in de verleden tijd
B
verandert wel van klank in de verleden tijd

Slide 10 - Quiz

OPDRACHT 1
a De tegenwoordige tijd beschrijft wat nu gebeurt en de
verleden tijd beschrijft wat al eerder gebeurde.
b 1 Ik kijk nu elke dag naar mijn favoriete tv-serie.
2 Alleen gisteren mocht ik dat niet.
3 Vorige week liepen we in de stad.
4 Toen reed Karin ons voorbij.
5 Zij gaat dit jaar examen doen.

Slide 11 - Slide

OPDRACHT 2
a/b vissen – visten
vangen – vingen
c Vissen – visten verandert niet van klank in de vt.
Vangen – vingen verandert van klank in de vt.
OPDRACHT 3
a B Als de klank in de vt hetzelfde is als in de tt.
b/c
hele
werkwoord
stam ik-vorm tt ik-vorm
vt
wij-vorm
vt
breien brei brei breide breiden
zetten zett zet zette zetten
blozen bloz bloos bloosde bloosden
antwoorden
antwoord
antwoord
antwoordde
ant -
woordden
verven verv verf verfde verfden
wassen wass was waste wasten
kibbelen kibbel kibbel kibbelde kibbelden
relaxen relax relax relaxte relaxten
toveren tover tover toverde toverden
d Vissen is een zwak werkwoord (want de klank verandert
niet in de vt: visten).
Vangen is een sterk werkwoord (want de klank verandert
in de vt: vingen)

Slide 12 - Slide

OPDRACHT 3
a B Als de klank in de vt hetzelfde is als in de tt.
b/c
hele
werkwoord
stam ik-vorm tt ik-vorm
vt
wij-vorm
vt
breien brei brei breide breiden
zetten zett zet zette zetten
blozen bloz bloos bloosde bloosden
antwoorden
antwoord
antwoord
antwoordde
ant -
woordden
verven verv verf verfde verfden
wassen wass was waste wasten
kibbelen kibbel kibbel kibbelde kibbelden
relaxen relax relax relaxte relaxten
toveren tover tover toverde toverden
d Vissen is een zwak werkwoord (want de klank verandert
niet in de vt: visten).
Vangen is een sterk werkwoord (want de klank verandert
in de vt: vingen)

Slide 13 - Slide

Thele werkwoord
breien zetten blozen
ant- woorden
verven wassen kibbelen relaxen toveren
stam

brei zett bloz
ant- woord
verv wass kibbel relax tover
ik-vorm tt

brei zet bloos
ant- woord
verf was kibbel relax tover
ik-vorm vt
breide zette bloosde
ant- woordde
verfde waste kibbelde relaxte toverde
wij-vorm vt
breiden zetten bloosden
ant- woordden
verfden wasten kibbelden relaxten toverden
ekst

Slide 14 - Slide