H4 Geloof en Geweld

H4 Geloof en Geweld
H4 Geloof en geweld
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides and 4 videos.

Items in this lesson

H4 Geloof en Geweld
H4 Geloof en geweld

Slide 1 - Slide

§4.1 Oriëntatie
Periode
Tijdvak
Jaartallen
Samenleving
Middeleeuwen
Landbouw samenleving

500-1000
Tijd van Monniken en Ridders

Slide 2 - Slide

Kenmerkende Aspecten
  • het ontstaan en de verspreiding van de islam
  • de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
  • het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
  • de verspreiding van het christendom in geheel Europa

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Standensamenleving

Slide 5 - Slide

§2 Het rijk van de Franken 
Rijk van Clovis

Slide 6 - Slide

Frankenrijk onder Pepijn de Korte

Slide 7 - Slide

Motieven voor de strijd
  • veilige grenzen
  • christendom verbreiden/heidendom bestrijden
  • strijd is een hoog goed
  • land en buit voor de krijgers(hierdoor bleven de krijgers trouw aan hem)

Slide 8 - Slide

Strijd
  • Tegen de Saksen van 772 tot 785. En van 795 tot 802. 
  • Tegen de Langobarden (ook Lombarden genoemd). 
  • In Beieren in 787. 
  • Tegen Avaren (Mongolen)

Slide 9 - Slide

Rijk van Karel de Grote

Slide 10 - Slide

Feodale stelsel (leenstelsel)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

§3 Een agrarische samenleving
  • In de vroege middeleeuwen namen nijverheid, handel en de rol van het geld af.
  • Het overgrote deel van de bevolking vond werk in de landbouw
  • Einde agrarisch-urbane samenleving

Slide 13 - Slide

Hofstelsel
Domein van de grootgrondbezitter (edelman/geestelijke/klooster) werd in tweeën gesplitst:
  • vroonland (van heer, gebouwen etc.)
  • hoevenland (van boeren die hiervoor herendiensten
       moesten verrichten).

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

§4 De verspreiding van het christendom over Europa
West-Europa was na de val van het Romeinse rijk deels heidens.
496 de bekering van de Frankische koning Clovis en duizenden krijgers.
Ierland en Brittannië christelijk. Van hieruit werd Europa christelijk gemaakt.
Willibrord en Bonifatius naar de Lage landen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

bekeren
  • geen goden, maar wel reuzen etc.
  • overnemen van heidense elementen
  • bewijzen van superioriteit van christendom door het vernietigen van heilige zaken van heidenen.

Slide 19 - Slide

  • heiligdommen ombouwen tot kerken
  • gebruik van afbeeldingen

Slide 20 - Slide

Geestelijken
In de vroege middeleeuwen waren de geestelijken zeer belangrijk:
  •  Ze waren de enigen die konden lezen en schrijven.
  • De koningen hadden hen nodig voor het bestuur.
  • De geestelijken stonden in contact met god.
  • Ze waren rijk.

Slide 21 - Slide

Geestelijken
  • Ook binnen de geestelijkheid waren er belangrijke en minder belangrijke personen:
            Paus-aartsbisschoppen-bisschoppen-priesters
  • De kloosterlingen leefden volgens belangrijke regels, opgesteld door Benedictus.
  • Kloosters waren belangrijke centra voor onderwijs, cultuur en wetenschap.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video