LEZEN (kernzinnen + onderwerp + hoofdgedachte + hoofd/bijzaken + verwijswoorden))

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:

  • de opbouw van teksten herkennen;
  • hoe alinea's zijn opgebouwd;
  • de kernzin aanwijzen;
  • de hoofdgedachte formuleren;
  • hoofd- en bijzaken onderscheiden;
  • aanwijzen waar verwijswoorden naar verwijzen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:

  • de opbouw van teksten herkennen;
  • hoe alinea's zijn opgebouwd;
  • de kernzin aanwijzen;
  • de hoofdgedachte formuleren;
  • hoofd- en bijzaken onderscheiden;
  • aanwijzen waar verwijswoorden naar verwijzen.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Opbouw van alinea's
Alinea's hebben vaak een duidelijke opbouw. 

Alinea = kernzin + uitleg of toelichting
Staat meestal vooraan, maar kan ook ergens anders staan. 

In kernzin staat de hoofdmededeling van de alinea. 
Dus: Het belangrijkste van de alinea.

Slide 5 - Slide

Opbouw alinea
Kernzin
toelichting/ uitleg
Spanning kan verschillende oorzaken hebben.
Oorzaken worden genoemd.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hoofd- en bijzaken
Hoofdzaak = de belangrijkste informatie.
Bijzaken geven minder belangrijke informatie. Ze maken hoofdzaken in de tekst duidelijker.


Bijzaken kunnen zijn:   - voorbeeld
                                      - uitleg
                                              - herhaling

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

V
e
r
w
ij
s
w
o
o
d

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video