signaalwoorden en tekstverbanden

Leesvaardigheid
Tekstverbanden
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid
Tekstverbanden

Slide 1 - Slide

Beantwoord individueel de drie onderstaande vragen:
1. Wat wordt bedoeld met een tekstverband?
2. Waarom gebruik je tekstverbanden?
3. Hoe herken je tekstverbanden?

Slide 2 - Slide

Wat leer je vandaag?
Op welke manier kan een schrijver van een tekst 1 geheel maken?
Waar moet je als lezer in de tekst dan op letten?

Slide 3 - Slide

Bekijk het volgende
filmpje
Schrijf op hoe je verbanden in een tekst kunt herkennen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Hoeveel signaalwoorden?: Om te beginnen zit Joël in groep 3 met rekenen en in groep 4 met schrijven. Al met al is dat fijner dan eerst groep 3 volgen en daarna groep 4.

Slide 6 - Open question

Mijn broertje eet graag pannenkoeken, pizza's en hamburgers. Tekstverband?
A
middel/doel
B
tegenstelling
C
voorwaarde
D
opsomming

Slide 7 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband tijdsvolgorde?
A
ten eerste
B
toen
C
al met al
D
om te beginnen

Slide 8 - Quiz

Welk signaalwoord hoort NIET bij het tekstverband vergelijking?
A
zoals
B
zowel ..als
C
evenals
D
net als

Slide 9 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband redengevend?
A
immers
B
dus
C
mits
D
waarmee

Slide 10 - Quiz

Welk tekstverband gebruik je om dingen achterelkaar op te noemen?
A
concluderend tekstverband
B
uitleggend tekstverband
C
opsommend tekstverband
D
tijdsvolgorde

Slide 11 - Quiz

Hij is even groot als ik.
tekstverband?
A
signaalwoord: als tekstverband: uitleggend
B
signaalwoord: als tekstverband: vergelijking
C
signaalwoord: als tekstverband: doel - middel
D
signaalwoord: als tekstverband: samenvattend

Slide 12 - Quiz

Omdat het glad is, ga ik lopend naar school. Tekstverband?
A
doel-middel
B
tegenstelling
C
voorwaardelijk
D
redengevend

Slide 13 - Quiz

Bekijk de tekstverbanden die je tot nu toe geleerd hebt op blz. 16 in je boek en op blz. 62. Onthoud ze door er een mindmap van te maken.

Slide 14 - Slide

je kunt een mindmap op papier maken of digitaal via 
mindmeister.com

Slide 15 - Slide