5.3 Rekenen aan reacties (deel 2)

5.3 Rekenen aan reacties
Herhaling vorige les
Ondermaat en overmaat

1 / 10
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

5.3 Rekenen aan reacties
Herhaling vorige les
Ondermaat en overmaat

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Gegeven is de volgende reactievergelijking
4 CuO (s) + CH₄ (g) --> 4 Cu (s) + CO₂ (g) + 2 H₂O (l)
Er reageert 3,5 gram CuO.
Bereken hoeveel gram Cu ontstaat.

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Overmaat en Ondermaat
Wanneer stopt een reactie?
Wat is over- en ondermaat?
Hoe bepaal je welke stof er in over- of ondermaat aanwezig is?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is hier in ondermaat?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Overmaat en Ondermaat
in overmaat = stof die na reactie overblijft
in ondermaat = stof die als eerste opraakt

De stof in ondermaat bepaalt hoeveel reactieproducten er kunnen ontstaan.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het bij een reactie belangrijk om te rekenen met de stof die in ondermaat aanwezig is

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Uitleg 
Wanneer stopt een chemische reactie:
1. Als een van de beginstoffen op is (ondermaat)
2. Als de temperatuur onder de reactietemperatuur komt.

Dus als een beginstof helemaal weg reageert, dan is deze in ondermaat. De stof die overblijft na de reactie, is de stof in overmaat.
Hoeveel reactieproduct  er ontstaat is dus afhankelijk van de stof in ondermaat.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke stof is in overmaat?
4 CuO + CH4 --> 4 Cu + CO2 + 2 H2O
Je laat 25 g koperoxide reageren met 5,5 g methaan
Welke van deze 2 stoffen is in overmaat en hoe groot is deze?
1. Bereken de massaverhouding
2. Maak een kruistabel
3. Bepaal welke stof in  ondermaat is
4. Bereken m.b.v. de stof in ondermaat hetgeen ze willen weten

Slide 8 - Slide

uitwerkingen van vb 3
Leerlingen zelf doen
Vervolg
4 CuO + CH4 --> 4 Cu + CO2 + 2 H2O
Hoeveel H2O ontstaat er?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
5.3: 29, 31 t/m 34 
(in groepjes)
Niet af? Huiswerk!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions