21-10 LOWAN thema 1,2,3 voorzetsels

Voorzetsels
LOWAN thema 1, 2 en 3
1 / 51
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Voorzetsels
LOWAN thema 1, 2 en 3

Slide 1 - Slide

Voorzetsel
De  zwarte  woorden zijn een voorzetsel:

IN de kast
OP de kast
NAAST de kast
ONDER de tafel
VOOR de tafel
ACHTER de tafel
praten MET de juf
kijken NAAR het raam

Slide 2 - Slide

Zij praat met de juf.

Slide 3 - Slide

Ik kijk naar het raam.

Slide 4 - Slide

De meester wijst naar het boek.

Slide 5 - Slide

De leerling zit op de stoel.

Slide 6 - Slide

Hij schrijft op het bord.

Slide 7 - Slide

Wij luisteren naar vader.

Slide 8 - Slide

De stoel staat onder de tafel.

Slide 9 - Slide

De kleuter loopt achter de oma.

Slide 10 - Slide

De auto staat voor het huis.

Slide 11 - Slide

De kleuter loopt naast de oma.

Slide 12 - Slide

De telefoon zit in de tas.

Slide 13 - Slide

De man staat voor de deur.

Slide 14 - Slide

Mohammed zit achter zijn vriend.

Slide 15 - Slide

Het meisje zit in het voetbalteam.

Slide 16 - Slide

De puber is verliefd op de klasgenoot.

Slide 17 - Slide

Het schoolkind telt tot 100.

Slide 18 - Slide

Mohammed zit . . . . . zijn vriend.
A
achter
B
onder
C
naar
D
met

Slide 19 - Quiz

Het meisje zit . . het voetbalteam.
A
met
B
onder
C
naar
D
in

Slide 20 - Quiz

De puber is verliefd . . de klasgenoot.
A
met
B
op
C
naar
D
achter

Slide 21 - Quiz

Het schoolkind telt . . . 100.
A
met
B
in
C
tot
D
achter

Slide 22 - Quiz

De lepel zit ....
het kopje.
A
onder
B
in
C
naast
D
naar

Slide 23 - Quiz

Ik luister .......
muziek.
A
onder
B
in
C
naast
D
naar

Slide 24 - Quiz

De kat ligt .......
de auto.
A
onder
B
in
C
naast
D
naar

Slide 25 - Quiz

De bomen staan ....... elkaar.
A
onder
B
in
C
naast
D
naar

Slide 26 - Quiz

Wie praat . . . opa?

Slide 27 - Open question

De puber is verliefd . . de klasgenoot.

Slide 28 - Open question

De stoel staat . . . . de tafel.

Slide 29 - Open question

De kinderen zitten ........ elkaar.

Slide 30 - Open question

De zoon luistert . . . . zijn vader.

Slide 31 - Open question

De mensen lopen . . . . . elkaar.

Slide 32 - Open question

Het schoolkind telt . . . 100.

Slide 33 - Open question

De kat zit . . . de deur.

Slide 34 - Open question

De vrouw praat . . .
haar moeder.
A
onder
B
in
C
met
D
naar

Slide 35 - Quiz

Ik fiets . . . .
school.
A
onder
B
in
C
met
D
naar

Slide 36 - Quiz

Ik ben . . . .
half 1 op school.
Dan ga ik naar huis.
A
naast
B
tot
C
met
D
naar

Slide 37 - Quiz

Zij praat . . . de juf.
A
naast
B
onder
C
in
D
met

Slide 38 - Quiz

Ik kijk . . . . het raam.
A
naar
B
onder
C
in
D
met

Slide 39 - Quiz

De meester wijst . . . . . het boek.
A
naar
B
onder
C
in
D
met

Slide 40 - Quiz

De juf zit . . . . de stoel.
A
naast
B
op
C
naar
D
met

Slide 41 - Quiz

Hij schrijft . . . . . het bord.
A
achter
B
onder
C
op
D
met

Slide 42 - Quiz

De vrouw staat . . . de auto.
A
voor
B
onder
C
boven
D
in

Slide 43 - Quiz

Ik praat . . . opa.
A
naast
B
onder
C
in
D
met

Slide 44 - Quiz

De zoon luistert . . . . zijn vader.
A
naar
B
onder
C
in
D
met

Slide 45 - Quiz

De stoel staat . . . . . de tafel.
A
naar
B
onder
C
in
D
met

Slide 46 - Quiz

Zij praat . . . de juf.

Slide 47 - Open question

Ik kijk . . . . het raam.

Slide 48 - Open question

De meester wijst . . . . het boek.

Slide 49 - Open question

De juf zit . . de stoel.

Slide 50 - Open question

Hij schrijft . . het bord.

Slide 51 - Open question