11.3 Zwangerschap

11.3 Zwangerschap 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

11.3 Zwangerschap 

Slide 1 - Slide

Vanaf wanneer heeft een vrouw eicellen?
A
Geboorte
B
Puberteit
C
Overgang
D
Als ze zwanger wil worden

Slide 2 - Quiz

Hoe lang is een vrouw zwanger
A
9 maanden
B
11 maanden
C
1 jaar
D
8 maanden

Slide 3 - Quiz

Als je zwanger bent wordt je nog steeds ongesteld
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Een vrouw kan zwanger worden als ze ongesteld is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

11.3 zwangerschap Leerdoelen
- Je kunt beschrijven hoe moeder en kind veranderen tijdens de zwangerschap.
- Je kunt uitleggen hoe het kind in de baarmoeder zuurstof en voedingsstoffen krijgt.
- Je kunt uitleggen welk effect schadelijke stoffen hebben op het ongeboren kind.
- Je kunt beschrijven wat er gebeurt tijdens de bevalling.
- Je kunt uitleggen hoe een tweeling ontstaat.  

Slide 6 - Slide

0 t/m 12 weken embryo: alle organen ontwikkelen zich
na 12 welken foetus: alles zit er al aan, het kindje groeit nu vooral nog.

Slide 7 - Slide

Veranderingen bij de vrouw
  • Eerste 12 weken nog niks te zien, 
wel kan de vrouw zich moe voelen
  •  Na 20 weken kan de vrouw het 
kindje voelen bewegen
  • Organen van de vrouw komen in 
de verdrukking, vaker plassen
  • melkklieren groeien

Slide 8 - Slide

Groeien van de baarmoeder

Slide 9 - Slide

De vruchtvliezen
Het embryo drijft in een vloeistof, dit is het vruchtwater, hieromheen zitten de vruchtvliezen  
Dit beschermt tegen schokken of stoten. 

Ook houdt het de temperatuur constant

Slide 10 - Slide

Navelstreng
De baby is met de moeder verbonden via de navelstreng.
De navelstreng gaat naar de placenta/ moederkoek. 

Door de navelstreng lopen 3 bloedvaten. Een navelstrengader en 2 navelstrengslagaders. 

Slide 11 - Slide

Placenta
- De placenta zorgt dat het kind voeding en zuurstof krijgt, dus kan groeien. (via navelstrengader)
- Afvalstoffen, zoals koolstofdioxide gaan van het bloed van het kindje naar het bloed van de moeder (via navelstrengslagader) 

Slide 12 - Slide

Placenta
Het bloed van zowel de moeder als het kind loopt hier langs elkaar om stoffen uit te wisselen

Slide 13 - Slide

Schadelijke stoffen
Bijvoorbeeld:
  • Nicotine
  • Alcohol
  • Drugs
  •  Bepaalde medicijnen

Schadelijke stoffen
Schadelijke stoffen tijdens de zwangerschap komen via het bloed bij de baby. De placenta werkt als filter, maar nicotine, drugs en alcohol gaan er wel doorheen. Dit is slecht voor de baby. 

Slide 14 - Slide

11.3 Les 1 
Maken opdr 1 tot en met 15 + Nakijken vorige hoofdstukken.

Slide 15 - Slide

11.3 zwangerschap 

Slide 16 - Slide

Wat is GEEN kenmerk van zwangerschap
A
Overgeven
B
Grotere borsten krijgen
C
Vaak naar de wc
D
Chagrijnig zijn

Slide 17 - Quiz

Welk deel zorgt voor de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen?
A
Baarmoeder
B
Embryo
C
Eierstokken
D
Placenta

Slide 18 - Quiz

11.3 zwangerschap
- Je kunt beschrijven hoe moeder en kind veranderen tijdens de zwangerschap.
- Je kunt uitleggen hoe het kind in de baarmoeder zuurstof en voedingsstoffen krijgt.
- Je kunt uitleggen welk effect schadelijke stoffen hebben op het ongeboren kind.
- Je kunt beschrijven wat er gebeurt tijdens de bevalling.
- Je kunt uitleggen hoe een tweeling ontstaat.  

Slide 19 - Slide

Hoe leeft (groeien en ademen) de foetus in de baarmoeder ?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Hoe gaat de bevalling?
3 fasen:
  1. Ontsluiting
  2. uitdrijving
  3. Nageboorte

Slide 23 - Slide

Hoe gaat de bevalling?
Bij ontsluiting gaat de baarmoedermond een stukje open
Door de weeën wordt het kind naar buiten gedrukt= uitdrijving
Na de geboorte moet de placenta 'geboren' worden, de nageboorte.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

0

Slide 27 - Video

De navelstreng
Het restje van de navelstreng droogt uit. Dit duurt ongeveer een week. Daarna valt dit er af. 
Hierdoor ontstaat bij het kind een litteken op de buik. 
Dit is de navel.

Slide 28 - Slide

Hoe ontstaat een tweeling?

Slide 29 - Slide

11.3 les 2 
Maken opdr 16 t/m 22 + Nakijken 

Slide 30 - Slide