This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Je moet zilvere bollen vervoeren. Daarvoor heb je een kar met een laadvermogen van 1000kg. Een bol zilver heeft een diameter van 50,0cm. Hoeveel bollen kan je tegelijkertijd vervoeren?
Gegeven: diameter bol = 50,0 cm = 0,50m
ρ = zie tabel 8 van je binas
Gevraagd: hoeveel bollen kun je tegelijk vervoeren?
Uitwerking: inhoud bol zie tabel
34πr3
34π0,253
v=0,0654m3
ρ=vm
10,50⋅103=0,0654m
m=687kg
v
v
v
ρ
ρ
m
inh.bol=34πr3
Slide 2 - Slide
Je hebt een paal van 450cm3. Deze stof weegt 8,595kg. Bepaal welke stof dit is.
gegeven: v = 450cm3 m = 8,595kg = 8595g
gevraagd: dichtheid en stof.
ρ=vm
4508595=19,1g/cm3
uraan
Slide 3 - Slide
De Vanderwaalsbinding is een soort van atoombinding
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
Wat is een andere naam voor atoombinding?
A
Molecuulbinding
B
Ionbinding
C
Metaalbinding
D
Covalante binding
Slide 5 - Quiz
Wat is een Vanderwaalsbinding?
Een binding tussen de moleculen. De moleculen blijven dichtbij elkaar door toedoen van kracht tussen de moleculen. Die krachten noemen we Vanderwaalskracht of Vanderwaalsbinding
Slide 6 - Slide
Hoe groter/zwaarder de moleculen zijn des te ....... zijn de Vanderwaalsbindingen
A
sterker
B
zwakker
Slide 7 - Quiz
Wat is een molecuul?
Het kleinste deelte van de stof met nog alle eigenschappen van de stof.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Namen van een aantal atoomsoorten
Deze moet je kennen voor het SO!
Je moet weten of het een metaal of niet-metaal is.
Schrijfwijze is zeer belangrijk.
Eerste letter -> Hoofdletter
Tweede letter -> altijd kleine letter.
Slide 10 - Slide
Lithium in het periodiek systeem
Het atoommodel van lithium
Slide 11 - Slide
Molecuulmassa
Water
Uit welke atomen bestaat water?
Hoeveel weegt elk atoom (periodiek systeem)?
Slide 12 - Slide
Elementen en Verbindingen
Wat is een element?
Een element betaat uit één atoomsoort.
Wat is een verbinding?
Een verbinding bestaat uit twee of meerdere verschillende atoomsoorten.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Metalen
Met uitzondering van kwik !
Slide 17 - Slide
Zware metalen
metalen met een hoge dichtheid (kwik, lood, cadmium) én zeer schadelijk voor de gezondheid.
Afval met zware metalen, bij kca-afval (kca = klein chemisch afval)-
Slide 18 - Slide
lichte metalen
metalen met een lage dichtheid (aluminium).
Wordt gebruikt voor o.a. vliegtuigen.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Edele metalen
Edel betekent: nietof nauwelijks reagerend met andere stoffen.
BV. Platina, goud en zilver
Slide 21 - Slide
Onedele metalen
reageren wel met andere stoffen. (b.v.zuurstof, water of zuren)
worden daarom bijna altijd gevonden als erts = verbindingvan metaal met een niet- metaal (=dus een zout)
hoe onedeler het metaal hoe reactiever het is.
Bv. ijzer, lood, tin
Slide 22 - Slide
zeer onedele metalen
alle metalen uit groep 1 = alkalimetalen, zijn zeer reactief.
ze reageren zo heftig met b.v. zuurstof en water dat ze onder een laagje olie bewaard worden
de aardalkalimetalen = groep 2 reageren ook heftig maar iets minder heftig
Slide 23 - Slide
Reacties van metalen
het aangetasten van onedele metalen door stoffen uit de atmosfeer heet corrosie
roesten = corroderen van ijzer
roest is poreus, daaronder roest het ijzer verder
aluminiumoxide en zinkoxide zijn niet poreus en beschermen juist tegen verder corroderen
Slide 24 - Slide
4 belangrijke groepen
Groep 1: alkalimetalen (zeer reactief)
Groep 2: aardalkalimetalen (redelijk reactief)
Groep 17: halogenen (zeer reactief als element)
Groep 18: edelgassen (niet reactief)
Hoe verklaren we de reactiviteit van elementen?
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
atoommodel
elektronen(-) lading; in wolk om de kern heen
kern: bepaalt de massa en bestaat uit - protonen (+) lading (is het atoomnummer) - neutronen (geen lading) en nodig om de protonen bij elkaar te houden
gelijk geladen deeltjes stoten elkaar af
normaal atoom heeft evenveel + als - lading
massa van 1 proton of 1 neutron noem je de atomaire massa-eenheid, 1 u= 1,7x 10-27kg
Slide 30 - Slide
een plaatje van natriumoxide Na2O
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Het massagetal = de som van protonen en neutronen in de kern
Slide 34 - Slide
Atoomnummer = protonen + elektronen
massagetal = protonen + neutronen
elektronen wegen bijna niets
neutraalatoom ->elektronen = protonen
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Een uraniumatoom heeft het massagetal 238,0. Hoe is dit atoom opgebouwd? (Dus hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft dit atoom?)
protonen = 92
neutronen 238 - 92 = 146
elektronen = 92
Slide 37 - Slide
Een chroomatoom heeft het massagetal 52,00. Hoe is dit atoom opgebouwd? (Dus hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft dit atoom?)
protonen = 24
neutronen 52- 24 = 28
elektronen = 24
Slide 38 - Slide
Een zuurstofatoom heeft het massagetal 16,00. Hoe is dit atoom opgebouwd? (Dus hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft dit atoom?)
protonen = 8
neutronen 16 - 8 = 8
elektronen = 8
Slide 39 - Slide
Een Radiumatoom heeft het massagetal 226. Hoe is dit atoom opgebouwd? (Dus hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft dit atoom?)
protonen = 88
neutronen 226 - 88 = 138
elektronen = 88
Slide 40 - Slide
Een hassiumatoom heeft het massagetal 269. Hoe is dit atoom opgebouwd? (Dus hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft dit atoom?)
protonen = 108
neutronen 269 - 108 = 161
elektronen = 108
Slide 41 - Slide
Huiswerk
Maken: samenvatting par 6 en 7
leren atomen en metaal of niet-metaal van afb. 1.31 SO!