What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Frans Havo 1 A Unité 3 werkwoorden op -er en être en avoir
* Ga rustig zitten
op je eigen plaats
* Zet je tas op de grond naast je tafel
1 / 36
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
36 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
* Ga rustig zitten
op je eigen plaats
* Zet je tas op de grond naast je tafel
Slide 1 - Slide
PTD – Unité 3
Wanneer?
p dinsdag 19 maart
PTD – Luistertoets Wanneer?
Op vrijdag 23 maart
Slide 2 - Slide
Leerdoelen van de les
Na deze les kun je:
- weet de vocabulaire van unité 3;
- beheerst werkwoorden op ER, avoir , être
- beheerst de werkwoorden voor voorkeur (aimer, adorer...)
-
gesprekken
over school, schoolvakken en buitenschoolse activiteiten
begrijpen.
- Spreken
Slide 3 - Slide
Overhoren Appr F-N havo
https://wheeldecide.com/index.php?c1=travailler&c2=le+livre&c3=commencer&c4=le+cours&c5=difficile&c6=facile&c7=nul%2Fnulle+en&c8=les+devoirs&c9=la+mati%C3%A8re&c10=strict&c11=aujourd%27hui&c12=je+rentre&c13=d%C3%A9tester&t=Unit%C3%A9+3+appr++F-N&time=5
Slide 4 - Slide
Herhalen werkwoorden:
-werkwoorden op -er
-avoir
-être
Slide 5 - Slide
verbes en -er
Schrijf 5 werkwoorden op ER op in je schrift
Slide 6 - Mind map
Regelmatige werkwoorden op -er
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op
-ER
.
Bijvoorbeeld:
danser
travailler
donner
Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de
regelmatige
werkwoorden.
Slide 7 - Slide
De stam
De stam maak je door
-ER
van het hele werkwoord af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...
Bijvoorbeeld:
parler --> parl
danser --> dans
Slide 8 - Slide
De uitgangen
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
WERKWOORDEN:
AIMER
ADORER
PRÉFÉRER
DÉTESTER
+
Le, la, l'
Slide 11 - Slide
Wat is de stam van het werkwoord 'chercher, aimer, adorer, '?
Slide 12 - Open question
Kies de juiste zin.
ww = PARLER
A
Nous parles français.
B
Nous parlons français.
C
Nous parlent français
D
Nous parlez français.
Slide 13 - Quiz
Kies de juiste zin.
ww = TÉLÉPHONER
A
Tu téléphone ta mère.
B
Tu téléphones ta mère.
C
Tu téléphonez ta mère.
D
Tu téléphonent ta mère.
Slide 14 - Quiz
Kies de juiste zin.
ww = AIMER
A
J'aime la musique.
B
Je aime la musique.
C
J'aimes la musique.
D
J'aiment la musique.
Slide 15 - Quiz
Kies de juiste zin.
ww = REGARDER
A
Ils regardes le football.
B
Ils regardons le football.
C
Ils regardez le football.
D
Ils regardent le football.
Slide 16 - Quiz
Kies de juiste zin.
ww = PARLER
A
Vous parle japonais.
B
Vous parles japonais.
C
Vous parlez japonais.
D
Vous parlent japonais.
Slide 17 - Quiz
Hoe vervoeg je het werkwoord 'oublier': nous .....?
Slide 18 - Open question
Hoe vervoeg je het werkwoord 'adorer': Roos et Floor (elles) ...... ?
Slide 19 - Open question
Persoonlijke voornaamwoorden
hij
wij
zij/ze (man)
zij/ze (vrouw)
zij
men
jullie
ik
u
jij
je
nous
vous
ils
elles
tu
il
elle
on
Slide 20 - Drag question
être avoir
je (j')
tu
il/elle
nous
vous
ils/elles
suis
avons
sont
a
sommes
avez
ont
es
êtes
as
est
ai
Slide 21 - Drag question
Etre (zijn)
Je
suis
Tu
es
Il, elle, on, c'
est
nous
sommes
vous
êtes
ils, elles
sont
Avoir (hebben)
J'
ai
Tu
as
Il, elle, on
a
nous
avons
vous
avez
ils, elles
ont
Slide 22 - Slide
elles (avoir)
A
avons
B
sont
C
ont
D
avez
Slide 23 - Quiz
nous (avoir)
A
sommes
B
ont
C
avez
D
avons
Slide 24 - Quiz
elle (avoir)
A
as
B
est
C
ont
D
a
Slide 25 - Quiz
Vous (être)
A
êtes
B
avez
C
ont
D
sommes
Slide 26 - Quiz
Tu (être)
A
as
B
est
C
es
D
a
Slide 27 - Quiz
Marie et Pierre (être)
A
est
B
sont
C
ont
D
sommes
Slide 28 - Quiz
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
A. zij heeft
B. zij zijn
C. jij/je hebt
D. wij/we zijn
E. jij / je bent
F. wij hebben
1. nous avons
2. tu es
3. ils sont
4. tu as
5. nous sommes
6. elle a
Slide 29 - Drag question
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
A. u heeft/jullie hebben
B. zij zijn
C. ik ben
D. men is
E. ik heb
F. jullie zijn / u bent
1. vous avez
2. j' ai
3. elles sont
4. je suis
5. on est
6. vous êtes
Slide 30 - Drag question
Hoe goed ken je de werkwoorden
op -er en être en avoir? Geef jezelf een cijfer.
Slide 31 - Open question
gesprekken over school, schoolvakken en buitenschoolse activiteiten begrijpen
.
-werkwoorden op -er
-avoir
-être
Gesprekken over school, schoolvakken en buitenschoolse activiteiten begrijpen
Lesdoel 2 - Luisteren
Slide 32 - Slide
Zelfstandig werken
In stilte!
Heb je een vraag? Steek je vinger op!
Wat moet ik doen?
Maak online
Ecouter
ex. 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15 = (in het boek page 87-89)
Wat als ik klaar ben?
Appr. 10 page 103
Appr. 5 - Grammaire 2 page 101
Maak in het boek ex. 16 F, G page 109.
OPRACHT : 3.4 ÉCOUTER
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
FIJNE DAG en TOT DE VOLGENDE KEER!
Slide 35 - Slide
https://wheeldecide.com/index.php?c1=l%27%C3%A9cole&c2=le+livre&c3=l%27apr%C3%A8s-midi&c4=le+cours&c5=difficile&c6=facile&c7=la+fin&c8=les+devoirs&c9=le+matin&c10=le+soir&c11=aujourd%27hui&c12=je+rentre&c13=%C3%A0+midi&t=Unit%C3%A9+3+app+1-2+F-
Slide 36 - Slide
More lessons like this
Frans Mavo 1 Unité 3 werkwoorden op -er en être en avoir
September 2024
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Frans Havo 1 t Unité 3 werkwoorden op -er en être en avoir
March 2024
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Etre & avoir
February 2024
- Lesson with
40 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
A1 Unité 3 grammaire
January 2021
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
V1 Unité 3 grammaire 2
December 2023
- Lesson with
47 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Voca, ww avoir, être, -er
February 2022
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
V2 C3 A-C
April 2020
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Frans H/V 1 Unité 3 être en avoir+ ww op -er
January 2023
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1