Les 4: Klimaatgrafieken

Startklaar
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Startklaar

Slide 1 - Slide

Startklaar (3 min)

Docent begroet leerlingen, instrueert alle leerlingen om startklaar te zijn en legt materialen klaar.

Leerlingen zorgen ervoor dat zij alle benodigde spullen op tafel hebben, jas uit, mobiel in tas. (Zorg voor een nette en georganiseerde ruimte.)
Terugblik
Waar ontstaat dit?

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Terugblik
Waar ontstaat dit?

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Terugblik
Waar ontstaat dit?

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Vorige les
Terugblik

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
Terugblik
B                D                C                A        

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

      Topografie
Deze periode leer je het onderstaande:
De continenten en de oceanen 


Slide 7 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen

Slide 8 - Link

This item has no instructions

      Lesdoel
Vandaag gaan we leren over verschillende klimaten en hoe je klimaatgrafieken kunt aflezen om deze klimaten te herkennen. De vier klimaten waar we ons op richten zijn het tropische klimaat, het aride klimaat, het gematigde klimaat en het polaire klimaat. 

We gaan ontdekken hoe deze klimaten eruitzien op een klimaatgrafiek en welke informatie deze grafieken geven.

Slide 9 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen weten wat temperatuur is.

2. De leerlingen weten wat neerslag is.

3. De leerlingen kunnen een lijngrafiek aflezen.

Slide 10 - Slide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Weer en klimaat
Weer
Klimaat
(.....)







(.....)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Weer                   Klimaat
Weer en klimaat
 Windkracht
Luchtdruk
Gemiddelde
 neerslag
Gemiddelde
 temperatuur

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Klimaten op aarde

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Klimaten op aarde
Klimaat
      Temperatuur
         Neerslag
(A) Tropisch
(B) Aride
(C) Zee
(D) Land
(E) Pool

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Klimaatgrafiek

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Klimaatgrafieken

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Klimaatgrafieken
    B                        C                         D

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Zelf grafiek maken
Vragen:

Welk klimaat?

Waar komt dit
voor?

Slide 18 - Slide

1: Noordpoolcirkel
2: Steenbokskeerkring
3: Greenwich
Zelf aan de slag
Vraag 1
Uitspraak 1: In een tropisch klimaat is er weinig variatie in temperatuur gedurende het jaar.
Uitspraak 2: Het aride klimaat heeft hoge jaarlijkse neerslagwaarden.
Uitspraak 3: In een gematigd klimaat zijn de zomers koel en de winters mild.

Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de uitspraken over op het antwoordblad en zet erachter of de uitspraak juist of onjuist is.

Slide 19 - Slide

Uitspraak 1: Juist
Uitspraak 2: Onjuist
Uitspraak 3: Juist
Zelf aan de slag
Vraag 2
Uitspraak 1: Een klimaatgrafiek met hoge neerslag in de zomer duidt op een tropisch klimaat.
Uitspraak 2: Een klimaatgrafiek met zeer lage neerslag gedurende het hele jaar wijst op een aride klimaat.
Uitspraak 3: Gematigde klimaten hebben doorgaans hoge temperaturen in alle seizoenen.

Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de uitspraken over op het antwoordblad en zet erachter of de uitspraak juist of onjuist is.

Slide 20 - Slide

Uitspraak 1: Juist
Uitspraak 2: Juist
Uitspraak 3: Onjuist
Zelf aan de slag
Vraag 3
Uitspraak 1: Het polaire klimaat heeft lange, koude winters en zeer korte, koele zomers.
Uitspraak 2: Een aride klimaat is altijd koud gedurende het jaar.
Uitspraak 3: In gematigde klimaten komt de meeste neerslag in de winter voor.

Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de uitspraken over op het antwoordblad en zet erachter of de uitspraak juist of onjuist is.

Slide 21 - Slide

Uitspraak 1: Juist
Uitspraak 2: Onjuist
Uitspraak 3: Onjuist
Zelf aan de slag
Vraag 4
Uitspraak 1: Klimaatgrafieken van polaire klimaten tonen vaak grote variaties in maandelijkse temperaturen.
Uitspraak 2: Aride klimaten hebben vaker droogte dan tropische klimaten.
Uitspraak 3: In een gematigd klimaat is de neerslag in de zomer vrijwel altijd hoger dan in de winter.

Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de uitspraken over op het antwoordblad en zet erachter of de uitspraak juist of onjuist is.

Slide 22 - Slide

Uitspraak 1: Onjuist
Uitspraak 2: Juist
Uitspraak 3: Onjuist
     Kleine afsluiting
Klimaatgrafiek
Tropisch
Aride
Maritiem
Polair
Gematigd

Slide 23 - Slide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen
(Aan)tekeningen
Tekening 1.
Klimaten in de wereld

Slide 24 - Slide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

     Grote afsluiting
Vandaag gaan we leren over verschillende klimaten en hoe je klimaatgrafieken kunt aflezen om deze klimaten te herkennen. De vier klimaten waar we ons op richten zijn het tropische klimaat, het aride klimaat, het gematigde klimaat en het polaire klimaat.


We gaan ontdekken hoe deze klimaten eruitzien op een klimaatgrafiek en welke informatie deze grafieken geven.

Slide 26 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
retrieval practice
https://quizlet.com/join/Rgu8QEZ9z?i=1fo1jg&x=1bqt

Slide 27 - Slide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 28 - Link

This item has no instructions

Zelf aan de slag
Vraag 1
In een aride klimaat valt zeer weinig neerslag en de temperaturen kunnen erg hoog oplopen.
Noem één belangrijk kenmerk van een aride klimaat.

Slide 29 - Slide

Kenmerk van een aride klimaat: Zeer weinig neerslag.
Zelf aan de slag
Vraag 2
Tropische klimaten staan bekend om hun hoge temperaturen en overvloedige regenval gedurende het hele jaar.

Geef één reden waarom er in tropische klimaten veel regen valt.

Slide 30 - Slide

Reden voor veel regen in tropische klimaten: De luchtvochtigheid is erg hoog door de nabijheid van de evenaar.
Zelf aan de slag
Vraag 3
Polaire klimaten zijn erg koud, zelfs in de zomer blijven de temperaturen vaak onder het vriespunt.

Welke temperatuur kenmerkt de zomer in een polair klimaat?

Slide 31 - Slide

Temperatuur in de zomer in een polair klimaat: De temperatuur blijft meestal onder 10 graden Celsius.