This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
schoonmaken
Welke middelen en materialen kun je gebruiken.
Slide 1 - Slide
Vorige les
Hoe ging het, en wat heb je gedaan?
Slide 2 - Slide
Aan het eind van de les
Weet je welke 3 soorten vuil er zijn.
Weet je op welke drie manieren je kunt schoonmaken.
Slide 3 - Slide
Wat gebruik jij bij het schoonmaken van je slaapkamer?
Slide 4 - Mind map
Stap 1:
Opruimen
Slide 5 - Slide
Stap 2:
Meubels afstoffen
Slide 6 - Slide
Stap 3:
Stofzuigen of stofwissen
Na het stoffen ga je stofzuigen of stofwissen. Met een stofzuiger verwijder je stof en vuil van de vloer. Je maakt rustige bewegingen over de vloer met de stofzuiger. Je zorgt er voor dat je de hele vloer stofzuigt.
Let erop dat de stang van de stofzuiger lang genoeg is. Dan kun je met een rechte rug werken.
Slide 7 - Slide
Stap 4:
Dweilen
Gladde vloeren ga je regelmatig dweilen of moppen. Moppen of dweilen is een vloer schoonmaken met water en sop. Dat doe je altijd pas als laatste.
Slide 8 - Slide
In welke volgorde maak jij je slaapkamer schoon?
Slide 9 - Open question
Let op je houding bij het schoonmaken
Til niet te zwaar.
Gebruik een krukje om je emmer op te zetten. Zodat je niet de hele tijd hoeft te bukken.
Wring je doeken uit op de goede manier.
Slide 10 - Slide
3 manieren van schoonmaken
Er 3 soorten vuil;
Droog vuil; zoals stof, zand en kruimels
Licht gehecht vuil; zoals vlekken van koffie, vruchtensap en vieze vingers
Sterk gehecht vuil; zoals roestvlekken, kauwgom en oude bloedvlekken.
Je kunt op 3 manieren schoonmaken;
Droog schoonmaken; stoffen, stofzuigen en stofwissen
Klam vochtig schoonmaken; afnemen met een vochtige doek, moppen of dweilen
Nat schoonmaken; afnemen met een natte doek of schrobben