DBKT2A Trede 7 Wohnen intro 2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1,2

WOHNEN KAPITEL 7

Wohnen

Lernziel (Leerdoel):

Je leert woorden om jullie huis / je kamer te beschrijven.

Schrijf Duitse woorden op die
met het thema wonen
te maken hebben!

Stappenplan

1. Doe je boek B open op blz 59 Basis) 62(Kader/TL) of online naslag!H7 Wohnen  en neem de woordjes door! ± 3 minuten

2. Daarna verder met LessonUp en geef antwoord op de vragen.

3. Evaluatie

de winkel

kijken

de wc

het flatgebouw

knus

verhuizen

wennen aan

das Klo

umziehen

sich gewöhnen an

das Geschäft

das Hochhaus

schauen

gemütlich

weiß

grün

lila/violett

gelb

grau

orange

schwarz

braun

blau

rosa

beige

rot

Doe je boek dicht of sluit online naslag. We gaan nu de video bekijken!

00:54

Was bedeutet der Flur auf Niederländisch?

1. de vloer
2. de bodem
3. de gang
4. het huis

01:23

Übersetze 'slaapkamer en bed' !

1. Schlafzimmer und Bett
2. Slafzimmer und bett
3. Schlafzimer und Bet
4. Schlaf zimmer und Bed

01:37

Übersetze 'de kast'?

1. die Kaste
2. der Schrank
3. der Kaste
4. die Schrank

02:02

Übersetze 'stoel en tafel'!

1. Stuhl und Tafel
2. Stoehl und Tisch
3. Stuhl und Tisch
4. Stul und Tish

02:47

de televisie

de bank

de woonkamer

der Fernseher

das Sofa, die Couch

das Wohnzimmer

03:20

de badkamer

de douche

het bad

het toilet

das Badezimmer

Das Bad

die Dusche

die Badewanne

die Toilette

das Klo

04:00

Übersetze 'de keuken'!

05:16

Wat laat Ania zien van haar keuken? Schrijf zoveel mogelijk woorden op in Nederlands!

Hausaufgaben

Lerne die Wörter aus der Lernliste N-D (Blz. 59 (basis; 62 (K/TL) of online via naslag H7 of via slim stampen!

Was hast du heute gelernt?
Antworte auf Deutsch!