Woordspeling, hyperbool, eufemisme

Leerdoelen
Je weet kunt een woordspeling herkennen
Je weet wat een hyperbool is en kunt deze herkennen
Je weet wat een eufemisme is en kunt deze herkennen


1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoelen
Je weet kunt een woordspeling herkennen
Je weet wat een hyperbool is en kunt deze herkennen
Je weet wat een eufemisme is en kunt deze herkennen


Slide 1 - Slide

woordspeling

Je speelt met woorden.
bedoeling: humoristisch


a. woorden met dubbele betekenis (homoniemen)
b. aanpassen van letters van een woord of woordvolgorde.

Slide 2 - Slide

    woordspeling
woorden met een dubbele betekenis (homoniemen)
Het leerdoel is dat je verschillende vormen van woordspeling en beeldspraak herkent en benoemt.

Slide 3 - Slide

homoniemen

Slide 4 - Mind map


De honing had helaas een bijsmaak.

Slide 5 - Slide

De vrijheid van mening (geweten) en meningsuiting is een universeel mensenrecht dat aan iedereen, waar ook ter wereld toekomt.
Iedereen heeft recht op een eigen mening
Het leerdoel is dat je verschillende vormen van woordspeling en beeldspraak herkent en benoemt.

Slide 6 - Slide

We zijn met de fiets want we zijn antilopen.
Welke woordspeling zie je hier?

Slide 7 - Open question

Is er iemand die op mijn cabriolet?
Welke woordspeling vind je?

Slide 8 - Open question

Beantwoord de vraag over deze afbeelding op de volgende dia.

Slide 9 - Slide

letterlijk of figuurlijk

Slide 10 - Slide

2

Slide 11 - Video

00:29
Wat is letterlijk taalgebruik?
A
dat je precies zegt wat je bedoelt
B
er wordt iets anders bedoelt dan dat je zegt of schrijft

Slide 12 - Quiz

01:12
"Ik heb overal schijt aan, letterlijk en figuurlijk." Wat is de letterlijke betekenis?

Slide 13 - Open question

LETTERLIJK


- precies zoals het geschreven is

FIGUURLIJK


- bij wijze van spreken


- er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat


- ookwel beeldspraak genoemd

Slide 14 - Slide

Wat zijn stijlfiguren?
Het doelbewuste gebruik van één of meer woorden die afwijken van de gebruikelijke betekenis.

Dit om:

De aandacht te trekken, een punt te maken of iets te verduidelijken.


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Hyperbool

  •  bij een hyperbool-> de werkelijkheid wordt overdreven
  •  hyperbool heeft humoristisch effect
  •  hyperbolen zijn vaak uitdrukkingen

Slide 17 - Slide

Stijlfiguren: hyperbool

Als je overdrijft, gebruik je een hyperbool.


Je zegt: 'Hij barst van het geld';

je bedoelt: 'Hij is rijk'.

Slide 18 - Slide

Wat zijn de hyperbolen?
  1. Ik schaamde me dood toe hij dat zei.
  2. Ik heb me kapot gelachen om die grap.
  3. Ik sterf onderhand van de dorst.
  4. Peter stikte van de lach.
  5. Ik vries mijn billen er nog af, zo koud is het hier.

Slide 19 - Slide

Eufemisme
Een verzachtende uitdrukking-> niet spottend bedoeld 
  • voorkomen dat een mededeling hard of onaangenaam overkomt
  • bepaalde zaken fraaier over laten komen
  • DUS: op een verzachtende manier of nette manier onder woorden brengen van iets wat niet zo prettig of netjes is





Slide 20 - Slide

Wat zijn de eufemismen?
  1. Wij hebben helaas onze hond moeten laten inslapen.
  2. Op dit moment is hij werkzoekend.

Slide 21 - Slide

sterven
inbreker
afmaken van vee
spam
ontslaan
laten gaan
ongewenste bezoeker
ruimen
E-mailmarketing
laten gaan

Slide 22 - Drag question


spuugzat
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 23 - Quiz


verzuipen
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 24 - Quiz


onaangenaam verrast
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 25 - Quiz


een verschrikkelijke bende
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 26 - Quiz

De dierenarts heeft onze hond laten inslapen.
_________
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 27 - Quiz

Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
eufemisme

Slide 28 - Quiz



Hyperbool
Een hyperbool is een sterke overdrijving.

Als je je erg inspant:
"Ik ga dood!!"

Slide 29 - Slide

Wat zijn de hyperbolen?
  1. Ik schaamde me dood toe hij dat zei.
  2. Ik heb me kapot gelachen om die grap.
  3. Ik sterf onderhand van de dorst.
  4. Peter stikte van de lach.
  5. Frits wordt gek van de jeuk.
  6. Ik vries mijn billen er nog af, zo koud is het hier.

Slide 30 - Slide