3M week 40 les twee

1 / 30
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

What are we going to do today?
- Who is here?
- Studying/reading
- Recap!
- Homework check
- Grammar recap
- Present perfect
- Exercises

Slide 2 - Slide

Write me words!
A E T R
K P L O
I M S N
H U D F

Slide 3 - Slide

timer
10:00
Study the stones of CH2

Slide 4 - Slide

What did we do the previous lesson?

Slide 5 - Slide

Recap!
-> Irregular verbs
-> Worksheet

Slide 6 - Slide

Homework for today
"For today, 




Finish the sheet about the irregular verbs and bring it to class. Niet mee = niet af!"

Slide 7 - Slide

Grammar recap!

Slide 8 - Slide

Grammar recap 1
Answer the following questions:

1. Vertaal 'tag questions'
2.  Hoe vorm je de tag questions?
3. Wat zijn de hulpwerkwoorden?
4. Wat moet je nooit vergeten aan het einde van de zin?

Slide 9 - Slide

Grammar recap 2
Name as many differences between the present simple and the present continuous as you can.

Include the 'signaalwoorden'!

Slide 10 - Slide

Grammar recap 3
1. Wat betekenen some-, every-, any-, en no-?
2. Wat kun je hier achter plakken?
3. Waarvoor gebruik je ze?

Slide 11 - Slide

Grammar recap 4
1. Wat betekent 'irregular verbs'?
2. Wat zijn 'irregular verbs'?
3. Waar kan ik deze irregular verbs vinden?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Please go to page ninety-eight

Slide 14 - Slide

Present perfect: gebruik
'Voltooid tegenwoordige tijd'
De present perfect wordt gebruikt om te praten over:
- iets dat in het verleden is gebeurd, en nogsteeds zo is
- iets dat in het verleden gebeurd, en nu nog belangrijk is
- ervaringen tot nu toe

Er is een link met nu. Laten we dit uit tekenen!



Slide 15 - Slide

Present perfect: vorm
Je vormt de present perfect als volgt:
have/has + voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord vorm je door:
 OF +ed OF onregelmatig (3e rijtje)

I have lived here since 2013.
He has just called me on the phone

Slide 16 - Slide

Present perfect: signaalwoorden
Wanneer deze woorden in een zin staat, weet je automatisch dat je een present perfect moet maken. Dit noemen wij de signaalwoorden.

For, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since, Recently (FYNE JAS + R)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

They ... (live) here since 1998
A
have lived
B
has lived
C
lived
D
living

Slide 19 - Quiz

We ... (work) very hard today
A
worked
B
are working
C
have worked
D
were working

Slide 20 - Quiz

I ... (live) in Amsterdam my whole life
A
have been living
B
have lived
C
has lived
D
lived

Slide 21 - Quiz

Peter ... (lost) his wallet

Slide 22 - Open question

She ... (dance) her whole life

Slide 23 - Open question

He ... (work) on this project for three weeks now

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Get to work!
Do exercise 27A and 28 (ook C!)
Done?
Study the words under C or read
timer
1:00

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Homework: next class



- Do exercise 27A and 28 (ook C!)

Slide 30 - Slide