week 44 les 1

week 44 les 1
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

week 44 les 1

Slide 1 - Slide








Chapitre 1

Slide 2 - Slide

Les devoirs
HW check voor: Filine, Casper, Yasmira, Noor, Ghina

Ch1 voorbereiden voor de toetsweek. 
Deze les gaan we nogmaals de toetsstof herhalen :) :) :)

Slide 3 - Slide

Lesdoelen (Les buts)
Herhaling Chapitre 1:
Vocabulaire E+F: 
Je kunt de woorden E+F vertalen in het F/N - N/F
Bloc H: 
Je kunt de regelmatige -re werkwoorden gebruiken in de présent en passé composé
Bijvoeglijk naamwoord:
Je kunt de bijv. nw. herkennen, vertalen en toepassen in het Frans



Slide 4 - Slide

Herhaling Bloc D
L'adjectif
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Slide

De uitgangen van het bijvoeglijke naamwoord
Mannelijk meervoud
Vrouwelijk enkelvoud
Mannelijk enkelvoud
Vrouwelijk meervoud
+ s
+ niks
+ es
+e

Slide 6 - Drag question

komt het bijvoeglijk naamwoord voor of achter het zelfstandig naamwoord?
VOOR
ACHTER
heureux
cher
petit
grand
facile
long

Slide 7 - Drag question

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: grand?
A
Elle est une grand fille
B
Il a une grandes voiture
C
Elle a une grande chambre

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: bleu?
A
Elle porte une robe bleue.
B
Elle porte une robe bleus.

Slide 9 - Quiz

wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: heureux?
A
Monique est très heureux
B
Monique est très heureus
C
Monique est très heureuse
D
Monique est très heureuxs

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord
vertaling: de kleine jongen
A
Le petit garçon
B
Le petite garçon
C
Le petits garçon
D
Le petites garçon

Slide 11 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord:
Vertaling: de onbekende actrice.
A
L'actrice inconnu
B
L'actrice inconnue
C
L'actrice inconnus
D
l'actrice inconnues

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord.
Vertaling: de slanke meisjes
A
Les filles maigre
B
Les filles maigree
C
Les filles maigres
D
Les filles maigrees

Slide 13 - Quiz

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(sportif) Deux .... garçons ....

Slide 14 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(petit) J'ai trois .... soeurs ......


Slide 15 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(bleu) Un .... stylo ....


Slide 16 - Open question

Voeg het bijvoeglijk naamwoord aan de zin toe. Type de hele zin.
Le garçon
Voeg toe: beau

Slide 17 - Open question

Voeg het bijvoeglijk naamwoord aan de zin toe. Type de hele zin.
Le journal
Voeg toe: nouveau

Slide 18 - Open question

Welke zin klopt NIET?
A
Il a un chien adorable.
B
Stephan a une soeur petite.
C
J'ai un cousin italien.
D
On a une grande maison.

Slide 19 - Quiz

Combineer de mannelijke met de vrouwelijke vorm:
belle
petite
grande
bonne
haute
vieille
nouvelle
petit
nouveau
bon
beau
grand
haut
vieux

Slide 20 - Drag question

Ervoor
Erna 
long
petit
nouveau
dernier
gros
vieille
rose
canadien
rouge
sportive
néerlandais
vert

Slide 21 - Drag question

Herhaling Bloc H
regelmatige werkwoorden

-re

Slide 22 - Slide

Je/J'
Nous
Il/elle/on
Vous
Ils/elles
Tu
-re attendre

Welke vorm hoort bij welke? 


vends
vendent
vends
vendez
vend
vendons

Slide 23 - Drag question

Op welke letter eindigt passé composé bij regelmatige werkwoorden op -re?

Slide 24 - Mind map

Je/J'
Nous
Il/elle/on
Vous
Ils/elles
Tu
as entendu
ont entendu
ai entendu
avez entendu
a entendu
avons entendu

Slide 25 - Drag question

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Nakijkwerk?
  • HW controle! Is alles gemaakt? Ch1 + Ch4?
  • Heb je nog nakijkwerk?
WB: In het WB gewerkt? Verbeter je werk!
ONLINE: Opdrachten die online onvoldoende zijn, worden er opnieuw in gezet
Verbeter jouw opdrachten uit Ch1 en het herhalingshfst Ch4

Ben je klaar? PW Ch1 voorbereiden!





Slide 27 - Slide

Proefwerk Ch1

Leerstof:
Alle woorden en zinnen uit Ch1 (A,B,C,E,F,G)
Grammaire: Bloc D (bijv nw) + Bloc H (-re werkwoorden)

Kijk ook in je studiewijzer, oefen met slim stampen
Laat je overhoren!


Slide 28 - Slide